1 Opa Bakkebaard Heeft Een Huisje
2 Tierelierelier, Wat Ga Je Kopen
3 Zeg Bakkertje, Zeg Bakkertje, Wat Doe Je Met Dat Meel?
4 Blokken Bouwen
5 Gapen Gapen, 'T Kindje Moet Gaan Slapen
6 In Het Bad Bad Bad
7 Dierom Daaroem Doem
8 Handen Wassen Voor Het Eten
9 Kleertjes Uit, Pyjamaatjes Aan
10 Kleine Katrijntje Zat Midden Op Het Gras
11 Opgepast, Opgepast
12 Piet De Smeerpoets
13 In Ons Huisje Snoept Een Muisje
14 Klein Willemijntje
15 Smakelijk Eten, Smakelijk Eten
16 Lekker In Het Water, Lekker In Het Bad
17 Word Wakker En Was Je Handen
18 Tikke Takke Tonen
19 Tjoep, Zegt De Vlieger
20 Reus, Reus, Lelijke Reus
21 Driekoningen, Driekoningen
22 Achter Op De Grote Wei
23 Palm Palm Pasen
24 Ik Zag Twee Hazen Vlak Voor Pasen
25 Elf November Is De Dag
26 Sinte, Sinte Maarten
27 Sint Maarten, Wat Is Het Koud
28 Eén Klompje, Twee Klompjes, Drie Kleine Klompjes
29 Heb Je 'T Al Gelezen? Het Paard Van Sint Is Ziek
30 In Het Stadje Suikerhuizen
31 Sinterklaasje Bonne, Bonne, Bonne
32 Rommel De Bommel, Wat Een Gestommel
33 Sinterklaas Kapoentje
34 Wie Komt Er Alle Jaren
35 Zwarte Piet Ging Uit Fietsen
36 Piet Heeft Gesnoept Van De Pepernoten
37 Sinterklaasje, Sinterklaasje
38 Zwarte Piet, Wiedewiedewiet
39 Zwarte Pieten Moeten Alle Dagen Gymmen
