MarktPlaza

ZSIGMOND MORICZ*HEERENBOEREN VERMAKEN ZICH*LINNEN HARDCOVER

81x bekeken
7 jaar geleden geplaatst

Kenmerken

Conditie
Gebruikt
Levering
Niet van toepassing

Omschrijving

ZSIGMOND MORICZ
**HEERENBOEREN VERMAKEN ZICH**
VERTAALD DOOR EVA UBBENS
N.V. HET KOMPAS ANTWERPEN.SOFTCOVER
ARTIKEL INVENTARIS CODE 33.335
FORMAAT 183 X 113 X 23 + 353 PGS + 275 GRS.
VERZENDING IN BELGIE 2,35 EURO NR NEDERLAND 7,35 EURO
Zsigmond Móricz, de grootste Hongaarse prozaschrijver, werd op 2 juli 1879 in Csécse (tegenwoordig Tiszacsécse) in de provincie Szatmár geboren. Zijn vader, Bálint Móricz, was landbouwer en bouwondernemer; zijn moeder, Erzsébet Pallagi kwam uit een gereformeerde predikantenfamilie. Tussen 1891 en 1894 bezocht Móricz het gymnasium in Debrecen, tussen 1894 en 1896 in Sárospatak en tussen 1897 en 1899 in Kisújszállás. Hij studeerde eerst theologie (1899-1900) en dan rechten in Debrecen en werkte ondertussen als journalist. In 1900 verhuisde hij naar Boedapest. Hij studeerde er weer rechten en letteren, maar voltooide zijn studies niet. Tussen 1903 en 1909 was hij medewerker van het dagblad Az Újság. Tussen 1903 en 1906 was hij vijf keer op reis in de provincie Szatmár en verzamelde er volksgedichten. Hij bracht sprookjes en liedjes bijeen, hij leerde het leven van het arme volk kennen en dit beïnvloedde zijn proza sterk. In 1908 publiceerde hij in het tijdschrift Nyugat de novelle Hét krajcár en in 1909 verscheen met dezelfde titel zijn eerste novellenbundel. Deze bundel werd een groot succes en de grootste schrijvers en literatuurwetenschappers (Endre Ady, György Lukács, Aladár Schöpflin en Dezső Kosztolányi) van die tijd schreven met veel lof over hem. De relatie tussen Ady en Móricz werd een intellectueel bondgenootschap. In 1910 werd zijn hartstochtelijk interview over de grote brand in Szatmárököritó in het tijdschrift Nyugat gepubliceerd. In verband met de ramp riep hij wegens de achterlijkheid van het Hongaarse dorp de intellectuelen op het platteland ter verantwoording. In 1910 maakte hij samen met zijn vrouw een Europese rondreis: ze bezochten Wenen, Salzburg, München, Zürich, Parijs, Brussel, Amsterdam en Praag. Zijn grootste sterkte als schrijver was de precieze kennis van de situatie, zijn sociografische geïnformeerdheid. In 1911 verscheen de roman Sárarany die een grote weerklank had en de novelle Az isten háta mögött die door de belevenissen van een vakantie was beïnvloed. Dit was het begin van een reeks romans die steeds nieuwere dimensies releveerden. In 1915 ging hij als oorlogsverslaggever naar het front. Hij begroette de democratische burgerrevolutie in de herfst van 1918. Móricz stelde grote verwachtingen in de Hongaarse Radenrepubliek, maar hij werd al snel teleurgesteld. In 1925 pleegde zijn vrouw, Janka, zelfmoord. In 1926 trouwde hij met de actrice Mária Simonyi. In 1937 liet hij zich scheiden. In 1936 leerde hij Erzsébet Littkei kennen die hij Csibe noemde en muze was van meerdere van zijn geschriften. Tussen december 1929 en februari 1933 was hij samen met Babits, redacteur van het tijdschrift Nyugat. Hij werd het meest door de zogenaamde volkse schrijversbeweging beïnvloed, die in die tijd startte en hem als voorganger beschouwde. In 1940 gaf hij de anthologie Magvető uit. Van 1939 tot zijn dood was hij redacteur van het tijdschrift Kelet Népe. Móricz is op 5 september 1942 overleden. Zsigmond Móricz zette de traditie van het negentiende-eeuwse realistische proza voort, maar hij vernieuwde het ook. De literatuur is voor hem een ethische daad, een middel tot verandering van de maatschappij. Hij schreef ook meerdere toneelstukken en toneeladaptaties van zijn eigen romans. Ook als publicist en schrijver van studies is hij heel belangrijk.