Wie door de week traint is 's zondags moe
Kenmerken
- Conditie
- Zo goed als nieuw
- Levering
- Ophalen of verzenden
Omschrijving
Wie door de week traint is 's zondags moe
E.Dollekamp
Verhalen en anekdotes, 208 p.
In zijn groene boekje weet de Heer Dollekamp twee centrale thema’s te verweven tot een waarlijk literair meesterwerk. Met name op dam-filosofisch vlak!
Het eerste thema is ingegeven door Harrie Spaling. De heer Spaling was niet alleen een zeer verdienstelijk trainer van een voetbalteam, uitkomend in de vierde klasse onderafdeling KNVB. Bovenal was Harrie grondlegger van de (fundamenteel-theoretische) inspanningsfysiologie. In zijn hoogtijdagen trad Harrie toe als adviseur van de nederlandse schaatskernploeg. Deskundigen zijn het erover eens dat Harrie aan de wieg stond van de latere successen van Sven Kramer. Dit terzijde. Ook was Harrie verantwoordelijk voor de introductie van de zogenaamde ‘Unox-muts’. Voor toeschouwers van de jaarlijks te organiseren elfstedentocht op het gure friese platteland. ‘Dat holdt de oor’n warm’ aldus de briljante analyse van de heer Spaling. Doch ook dit volstrekt terzijde.
Neen. Het gaat om de kern! Het levenswerk van inspanningsfysioloog Spaling. Getiteld: ‘Wie door de week traint is ’s zondags moe’.
Evert Dollekamp hierover: ‘Jazeker. De theorie van Spaling doet zeker ook opgeld in de damsport. Als je door de week damtraint leidt dit (1) voorspelbaar en (2) onontkoombaar tot een terugval in de oorspronkelijkheid van het spel op zaterdag’.
Dammers en heren. Op hardhandige wijze ben ikzelf dit jaar geconfronteerd met de lessen van ‘Harrie Spaling’. Verlichte geesten in onze vereniging kwamen op het verachtelijk idee doordeweekse damtrainingen voor het tweede team te organiseren. In een vlaag van verstandsverbijstering besloot ik in het begin van het seizoen een dergelijke training te volgen. De gevolgen waren desastreus.
Tussen Kerst en Nieuw ben ik een week in retraite geweest. Mét het groene boekje. De eerste tekenen van herstel worden langzaam zichtbaar…. Doch dit terzijde.
Het tweede thema is zo mogelijk nog smaakvoller.
U moet weten, dammers en heren, dat het Drents Tiental in het vorig decennium ‘het net-niet-degraderen’ tot ware kunst had verheven. Tot een ware traditie! In het groene boekje is hieraan een, ook voor u als leek, dammers en heren, zeer begrijpelijk hoofdstuk gewijd.
Zo beschrijft Heer Dollekamp dat te enig seizoen voor het behoud van het ereklasseschap de laatste twee wedstrijden moesten worden gewonnen. In de voorlaatste ronde moest worden aangetreden tegen het in die tijd schier onverslaanbare Huissen. Daar werd dus van gewonnen. Ronduit smakelijk is de wijze waarop Heer Dollekamp vervolgens beschrijft hoe de spelers van het Tilburgse Info Engineering ‘in degradantenpas’ het Drentse speellokaal betraden voor hun laatste nederlaag…. Briljant!
Ik sprak Heer Dollekamp voor aanvang van dit seizoen. Hij was furieus. “Waar denken ze potjandorie waar ze daar in Drenthe in hemelsnaam mee bezig zijn? Worden ze verdikkeme zo maar effe kampioen!! Heeft men daar dan helemaal geen historisch besef? Geen gevoel voor traditie???”
Ik kon Evert gelukkig geruststellen: ‘Evert jongen, maak je niet dik. De traditie van het-net-niet-degraderen wordt dit jaar in volle glorie hersteld. Door het tweede team. Een ‘great escape’. Een ontsnapping waarop Houdini jaloers zou zijn. Die draait zich om in zijn graf. Die kan dat als geen ander…’