Wagner - Das Rheingold ( 2 DVD)
Kenmerken
- Conditie
- Zo goed als nieuw
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
R. Wagner Smit Schwarz Zednik A. McIntyre
Deze uit 1978 komende productie van Das Rheingold, de proloog van The Ring, is het enige deel van het beroemde Salzburg Festival/Metropolitan Opera producties dat op film is gezet. Voor deze productie heeft Georges Wakhevitch een podium opstelling gemaakt die Karajan's concept ondersteunt op elke mogelijke manier. Karajan's opstelling is in de verhaal stijl van een andere tijd, de goedekanten van de goden worden benadrukt in plaats van de menselijke fouten. Met de zangers, waaronder Peter Schreier, heeft Karajan zijn intenties waar kunnen maken. Naast Peter Schreier speelt ook Thomas Stewart mee, als een nobel zingende Wotan speelt hij aan de zijde van de grandioze Brigitte Fassbaender als Fricka.
Taalkeuze: Duits
Ondertiteling: Duits, Engels, Spaans, Frans
Beeld: 4:3
Geluid: Dolby Digital 2.0, DTS
Wagner's opera which tells the story of Alberich and his possession of the gold ring. Recorded live at the Het Muziektheater in Amsterdam in 1999.
Credits
Leading Role 1 John Brocheler
Director 1 Pierre Audi
Leading Role 2 Henk Smit
Leading Role 3 Graham Clark
Additional Roles by Chris Merritt, Hartmut Haenchen, Reinhild Runkel, Jurgen Freier, Residentie Orkest
Score Composer Richard Wagner
Features
Release Format DVD
Rating Ex
Release Year 2006
Genre Music/Performing Arts
Additional Genre Performing Arts
Subtitle Languages Dutch, English, French, German, Italian, Japanese, Spanish
Running Time 198 minutes
Disc #1 -- Wagner - Das Rheingold
1. Scene 1: Opening Credits [:29]
2. Scene 1: Vorspiel [4:15]
3. Scene 1: Weia! Waga! Woge, du Welle [2:30]
4. Scene 1: Garstig Glatter Glitschriger Glimmer! [5:09]
5. Scene 1: Wallalla! La La Leia! [2:29]
6. Scene 1: Lugt, Schwestern! [5:41]
7. Scene 1: Der Welt Erbe Gewänn'ich [4:18]
8. Scene 2: Wotan, Gemahl! Erwache! [9:38]
9. Scene 2: Sanft Schloss Schlaf Dein Aug' [7:05]
10. Scene 2: Zu Mir, Freia! Meide Sie, Frecher! [1:33]
11. Scene 2: Endlich Loge! [3:47]
12. Scene 2: Immer Ist Undank Loge's Lohn! [7:00]
13. Scene 2: Ein Runen Zauber Swingt Das Gold [3:12]
14. Scene 2: Hör' Wotan, Der Harrenden Wort! [2:42]
15. Scene 2: Was Sinnt Nun Wotan So Wild? [4:47]
16. Scene 2: Auf, Loge Hinab Mit Mir! [1:24]
Disc #2 -- Wagner - Das Rheingold
1. Scene 3: Orchestral Opening [2:35]
2. Scene 3: Hehe! Hehe! Heiher! [:33]
3. Scene 3: Schau', du Schelm! [2:05]
4. Scene 3: Nibelheim Hier [5:06]
5. Scene 3: Nehmt Euch in Acht! Alberich Naht [7:53]
6. Scene 3: Vergeh', Frevelnder Gauch! [4:30]
7. Scene 3: Ohe! Ha Ha Ha! Ohe! [6:22]
8. Scene 4: Da Vetter, Sitze du Fest! [4:48]
9. Scene 4: Gezahlt Hab'ich [5:38]
10. Scene 4: Bin Ich Nun Frei? [3:55]
11. Scene 4: Fasolt Und Fafner Nahen Von Fern [5:03]
12. Scene 4: Gepflanzt Sind Die Pfähle [5:32]
13. Scene 4: Weiche, Wotan, Weiche! [3:55]
14. Scene 4: Hört, Ihr Riesen! [1:14]
15. Scene 4: Schwüles Gedünst [6:08]
16. Scene 4: Abendlich Strahlt Der Sonne Auge [3:18]
17. Scene 4: Rheingold! Rheingold! [4:02]
18. Scene 4: Curtain Calls [3:27]
19. Scene 4: End Credits [3:03]
John Bröcheler (Wotan), Henk Smit (Alberich), Reinhild Runkel (Fricka), Chris Merritt (Loge), Peter Mikulás (Fasolt), Carsten Harboe Stabell (Fafner), Graham Clark (Mime), Jürgen Freierin (Donner), Albert Bonnema (Froh), Anne Gjevang (Erda), Carola Höhn (Freia), Gabriele Fontana (Woglinde), Hanna Schaer (Wellgunde), Catherine Keen (Flosshilde)
Residentie Orkest, Hartmut Haenchen
Recorded at Het Muziektheater Amsterdam.
"Der Ring des Nibelungen in de regie van Pierre Audi staat voor het internationale niveau dat De Nederlandse Opera in de afgelopen decennia heeft bereikt. Deze maand verschijnt het eerste deel van het magistrale vierluik op dvd. Ter ere daarvan blikt Audi openhartig terug op zijn persoonlijke geschiedenis met Wagners magnum opus. Pierre Audi, sinds 1988 artistiek directeur van De Nederlandse Opera, was twaalf jaar oud toen hij voor het eerst een opera van Wagner bijwoonde. Die werd opgevoerd in München, in 1969, op de avond van Neil Armstrongs landing op de maan. De kleine Pierre moest er flink moeite voor doen. Zijn vader had meer belangstelling voor de verrichtingen van de Amerikaanse astronaut. ‘We kregen er zelfs ruzie over,’ vertelt Audi op zijn kantoor in Amsterdam, maar uiteindelijk werd het toch Tristan und Isolde. ‘Ik weet nog hoe verbaasd mijn vader was over de intensiteit waarmee ik de opera volgde. Tot de laatste noot was ik volledig gebiologeerd. Toen we na afloop op straat liepen, zagen we de beelden van de maanlanding op tv’s in de winkeletalages. De combinatie van deze twee evenementen op dezelfde avond is me altijd als iets heel bijzonders bijgebleven.’ Ook zijn kennismaking met Wagners muziektheaterepos Der Ring des Nibelungen, een aantal jaren later, maakte grote indruk. ‘Eind jaren zeventig zag ik in Covent Garden de Ring van Goetz Friedrich en in 1980 die van Patrice Chéreau in Bayreuth. Ik was meteen geraakt door het mysterie van de muziek en de mythische aspecten in het verhaal. Het was alsof je moest binnendringen in iets dat gesloten was. Ik vond het prachtig dat de muziek en het verhaal de tijd namen om zich te ontvouwen. Het was een totaalervaring. Nooit gedacht dat ik de Ring ooit nog eens zelf zou regisseren.’ Dat is precies wat er in 1997 in Amsterdam gebeurde. Audi, toen al negen jaar artistiek directeur van De Nederlandse Opera, nam zijn gezelschap en het publiek mee op avontuur met de allereerste integrale productie van Der Ring des Nibelungen in Nederland. Dat was niet alleen een historische daad, maar daarnaast een taak van herculisch formaat. Audi regisseerde de cyclus én hij realiseerde de vier opera’s binnen één jaar, iets waar zelfs operahuizen met eeuwenlange ervaring meer tijd voor nodig hebben. In juni 1999 werd de cyclus viermaal integraal uitgevoerd en vastgelegd op beeld. Nu verschijnt hij op vier dvd’s. Pierre Audi is er blij mee: ‘Het gaat toch om de eerste Nederlandse Ring, om een historisch document. Tijdens de reprise in september hebben we gezien dat hij nog sterker is geworden. Een goede Ring groeit met de tijd.’ Het scheelde weinig of iemand anders had de primeur gehad. Aanvankelijk was de spraakmakende Duitse regisseur Klaus Michael Grüber door Audi benaderd. Maar hij bedankte, beducht voor de zware taak. Het was de toenmalige chef-dirigent van de Nederlandse Opera Hartmut Haenchen die Audi overhaalde om zelf de Ring gestalte te geven. Immers, als artistiek directeur van het gezelschap kende hij het bedrijf als geen ander, en dat is cruciaal bij het opzetten van zo’n complex werk. ‘De Ring is het vlaggenschip van een operahuis,’ stelt Audi. ‘Het opvoeren van de vier extreem lange opera’s die ook nog eens buitensporig veeleisend zijn op het gebied van orkestspel, zang en theatertechniek, vergt het uiterste van een gezelschap.’ Het resultaat werd in de pers alom geroemd. De kosmische decors van George Tsypin, de tijdloze kostuums van Eiko Ishioka, de muzikale prestaties van dirigent Hartmut Haenchen die Wagners muziek slanker, eleganter, transparanter dan ooit liet klinken, en niet te vergeten de vertellende, licht verontrustende en expressieve personenregie van Pierre Audi maakten een enorme indruk. Audi is bij de voorbereidingen heel consciëntieus te werk gegaan. ‘Ik was me er heel erg van bewust dat dit de eerste Nederlandse Ring zou worden. De voorstelling zou als introductie moeten dienen voor mensen die het werk niet kenden en tegelijkertijd een nieuwe ervaring bieden aan degenen die al honderd uitvoeringen hadden meegemaakt. De kenner verrassen en de leek enthousiasmeren, dat wat het concept. Het is een eenentwintigste-eeuwse Ring geworden, zonder te veel high tech, zonder dat het eruit ziet alsof het op een Apple computer is gemaakt. Je zou het zelfs low tech kunnen noemen, met veel hout en roestig metaal. De oeroude ideeën zijn op een moderne manier georganiseerd. Ze worden gebracht als intiem theater. Want de Ring ís tenslotte heel intiem. De meeste scènes spelen zich af tussen twee of drie personen.’ Dat intieme blijkt ook door de plaats van het orkest. Audi situeerde het, tegen Wagners voorschriften in, óp het podium, ‘als een menselijke sculptuur’. Zo bracht hij publiek, orkest én zangers in één ruimte samen. ‘De zaal in het Amsterdamse Muziektheater heeft de vorm van een Grieks amfitheater. Die vorm wilde ik benadrukken. Want uiteindelijk is de Ring een soort Griekse mythe. Het publiek in het amfitheater zit letterlijk en figuurlijk gevangen ín deze mythe.’ Audi’s regie is verhalend, niet opdringerig en laat veel ruimte voor emoties: ‘Een verhaal vertellen is voor mij als regisseur heel belangrijk. Ik bén een verhalenverteller. Het verhaal is zelfs belangrijker dan de interpretatie, al combineer ik die twee aspecten wel. Maar het publiek moet het zelf interpreteren, ik wil de mensen niets opleggen. Een goede productie is er een die de mensen aan het denken en aan het voelen zet, zodat ze tot een eigen interpretatie komen. Daar houd ik van.’ Die verhalende regie zuigt de toeschouwer het mysterie van de Ring in. Daar ontvouwt zich de mythe aller mythen. Wagners thema’s zijn talrijk en reiken, ingepakt in goddelijke muziek, van het universele tot het persoonlijke, van filosofische kwesties tot dagelijkse menselijke beslommeringen. Zo zijn we getuige van echtelijke ruzies tussen oppergod Wotan en diens echtgenote Fricka en van een incestueuze verhouding tussen broer Siegmund en zus Sieglinde. Tegelijkertijd ontvouwt zich een spel over macht, hebzucht en het eeuwige getob over het menselijke bestaan. ‘Eigenlijk is de Ring een klassieke mythe over goed en kwaad, over macht en menselijkheid,’ zegt Pierre Audi. ‘We streven naar een goede wereld, maar die zal met geen mogelijkheid ooit gerealiseerd worden, ondanks het voortdurende gevecht met onze tekortkomingen en onze tegenstrijdigheden, met de condition humaine. Deze steeds terugkerende strijd vormt het eigenlijke verhaal.’ Het aspect van l’histoire se répète laat Audi zowel aan het begin als aan het einde van de cyclus zien. Als het vierluik met Das Rheingold begint, liggen er reusachtige raderen en tandwielen op de bodem van de Rijn. Aan het slot van Götterdämmerung, als de godenburcht Walhalla zestien muziektheateruren later in vlammen is opgegaan, liggen die er weer. Het is alsof Audi ons wil vertellen: kijk, die kapotte machinerieën waren er al eerder en die zullen er steeds opnieuw zijn. De onophoudelijke pogingen om aan de ellende te ontsnappen, dat eeuwigdurende perpetuum mobile vormt de eigenlijke reden van ons bestaan."