159 pagina's
Merel is dol op dieren, net als haar familie. Ze hebben thuis een hond, drie poezen, twee cavia's, een hamster en vissen! Vlak voor de zomervakantie krijgt Merel een nieuwe buurjongen, Beer. Ze worden snel vrienden. In de vakantie mogen ze mee met Merels vader die bij de Dierenbescherming werkt. Na een melding bezoekt hij mensen om te controleren of ze wel goed voor hun huisdieren zorgen. Dan gebeurt er iets vreemds. De dieren die ze hebben bezocht, verdwijnen op mysterieuze wijze. Merel en Beer gaan als echte dierenspeurders op onderzoek uit. Wie zit hierachter?
Merels vader werkt bij de Dierenbescherming. Het hele gezin is dol op dieren. Er zijn er dan ook veel in huis. In het begin van de zomervakantie raakt Merel bevriend met haar nieuwe buurjongen, Beer. Omdat haar vaders collega's verlof hebben, heeft vader het erg druk op zijn werk. Merel en Beer mogen mee om hem te assisteren bij het afleggen van bezoeken aan diereneigenaars waarover klachten zijn binnengekomen. Het vreemde is echter dat na hun bezoekjes de gecontroleerde dieren op geheimzinnige wijze verdwijnen. Daarom gaan Merel en Beer als echte detectives te werk om de dader te vinden. Dit vlotte fantasieverhaal met soms kolderieke overdrijvingen, is zeker een wensvervullende droom van veel jonge dierenvrienden. De auteur heeft twee dagen bij de Dierenbescherming meegelopen en haar ervaringen in dit boek verwerkt. Met treffende gewassen pentekeningen die de sfeer van het verhaal heel goed weergeven. Vanaf ca. 9 jaar.
