VALERE DEPAUW ** NEVELS OVER 'T MOERVEN *1°**DAVIDSFONDS
Kenmerken
- Conditie
- Gebruikt
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
VALERE DE PAUW
**NEVELS OVER ' T MOERVEN**
GULDEN REEKS VAN HET DAVIDSFONDS
NR. 428 1955-1 HARDCOVER!!! HARD COVER!!!
FORMAAT 197 X 129 X 25 + 211 PGS + 320 GRS.
VERZENDING IN BELGIE 2,35 EURO NR EUROPA 7,35 EURO.
Valère Depauw werd geboren te Ronse op 7 april 1912. Deze autodidact (1) was aanvankelijk werkzaam in het textielbedrijf van zijn vader.Vervolgens werd hij boekhandelaar, uitgever en tenslotte journalist bij een Nederlands weekbladenconcern. Hij debuteerde met een humoristische roman in 1937 : "Tavi". Het is een anekdotische verhalenbundel over een figuur uit zijn geboortestad. Zelf beschouwde hij "Triptiek van heimwee en berusting" (1948), drie samengebundelde novellen, als zijn debuut. In zijn werken zoekt hij naar de de drijfveren in het menselijk bestaan. Hij beoefende in de loop der jaren diverse genres. De trilogie (2) over de weefnijverheid, bestaande uit "Het lied van de oude getrouwen" (1946), "Niet versagen, Mathias" (1948) en "De zege van het verzaken" "1949), werd bekroond met de romanprijs van de provincie Antwerpen. Het tragisch tijdsdocument en ontroerend verhaal "De dood met de kogel", verschenen in 1952, is een geëngageerd werk over zijn ten onrechte gefussilleerde vriend Leo Vindevogel. Zelf verbleef Valère Depauw lange maanden als krijgsgevangene in Duitsland. "Offergang", "Kerstvisioen in het Stalag" en "Een man keert terug" zijn een zuivere verwoording van zijn oorlogservaringen. Autobiografisch zijn verder "Hebben alle vogels hun nest" (1950) en veel later "Uit alle dalen der herinnering" uit 1974. Tussendoor schreef hij nog streekromans zoals "Alleen moeder" (1951) en "Gisteren is het mei geweest" (1956). Historische romans zijn "Het brandoffer dat wij dragen", verschenen in 1959, en de trilogie over de mystieke vrouwenbeweging in het middeleeuwse Brabant, gedeeltelijk handelend over het leven van de heilige Lutgardis en Hadewych, met als titels : "Bijwijlen lief, bijwijlen leed " (1981")), "Ik ben zo wijd " (1982) en "Bevrijd van alle nood" (1982). Als Vlaams-nationalist nam hij het tevens op voor nationale minderheden in Europa zoals de Bretoenen en de Basken, zo in "Breis atao" (1964) en "Opdracht in Guernica" (1965). Hij flirtte ook met het magisch-realisme (3) in "De zevende bron van de zeven" (1971) en in misschien zijn beste werk "Op weg naar Montségur" (1976). "En toen begon een vreemde droom" uit 1979 is dan weer een roman met parapsychologische (4) inslag.
Kort na de tweede wereldoorlog kocht hij de Kapelhoeve in Brecht aan (Zie "Kapelhoeve, laatste haven"). Deze wordt thans nog bewoond door zijn zoon Ben.
Verschillende van zijn werken werden vertaald in het Frans, Duits en Tsjechisch.
De schrijver nam verschillende pseudoniemen aan : Piet Canneel, Geore Darius, Jan Eyck, Bernart van Goor, Jérôme de Gryse, Claudine Lagarde, Nicole Ménetier, Peter Pann, René Solitaire.
Valère Depauw overleed te Brasschaat op 2 augustus 1994.
Bibliografie :
* Tavi (1937)
* Jules Bonneminne (1940)
* Van twee sukkeleers (1941)
* Zuid-Vlaanderen roept (1941)
* De zwerver (1942)
* Het late geluk van Remi Zwartekens (1942)
* De 15de compagnie (1943)
* Kerstvisioen in het stalag (1943)
* Offergang (1944)
* Een man keert terug (1944)
* Kronieken van Reinaart (1944)
* Wij artisten (1944)
* Het oude kruisbeeld (1944)
* Peer Gynt (1946)
* Het lied van de oude getouwen (1946)
* Tragische liefde (1946, onder de schuilnaam Peter Pan)
* Teresa (1946, onder de schuilnaam Peter Pan)
* Recht op geluk (1946, onder de schuilnaam Peter Pan)
* Haar eerste liefde (1947, onder de schuilnaam Peter Pan)
* Ons Annemarie (1947, onder de schuilnaam Peter Pan)
* Het geluksnummer (1947, onder de schuilnaam Peter Pan)
* Het proces en de terechtstelling van Leo Vindevogel (1948, onder de schuilnaam Bernhard van Goor)
* Niet jammeren broers (1948, onder de schuilnaam Piet Caneel)
* Niet versagen, Mathias (1948)
* Die van 't gangske (1949)
* De zege van het verzaken (1949)
* Toch lammeren broers (1950, onder de schuilnaam Piet Caneel)
* De dood met de kogel (1950) (bewerkt heruitgegeven in 1979)
* Hebben alle vogels hun nest... (1951)
* Alleen moeder (1953)
* Nevels over het moerven (1955)
* Gisteren in het mei geweest (1956)
* Hebt gij ook schulden ? (1958)
* Het brandoffer dat wij dragen (1959)
* Een handvol aarde (1959)
* Het geslacht Wieringer (1962) (omvattend : Het lied der oude getrouwen, Niet versagen Mathias, De zege van het
verzaken)
* Kapelhoeve, laatste haven (1962)
* Breiz atao (1962)
* Triptiek van heimwee en berusting (1963) (omvattend : Offergang, Kerstvisioen in het stalag, Een man keert terug)
* Opdracht in Guernica (1964)
* Niets (1966)
* Het geheim van de dubbele muur (1968)
* De zevende bron van de zeven (1971)
* Valère Depauw Omnibus (1972) (omvattend : Wij artisten, Hebben alle vogels hun nest, Kapelhoeve laatste haven)
* Moord op de M.U.T. (1972)
* Uit alle dalen der herinnering (1974)
* Zes van vroeger (1976) (omvattend : Offergang, Kerstvisioen in het stalag, Een man keert terug, Peer Gynt, Thunderbolt,
Een handvol aarde)
* Op weg naar Montségur (1976)
* Troubadour tussen kruis en vuur (1978)
* En toen begon een vreemde droom (1979)
* Het hooglied (1979) (In "Mijn dorp is de wereld)
* De dood met de kogel (1979) (bewerkte heruitgave)
* Bijwijlen lief, bijwijlen leed (1981)
* Valère Depauw Omnibus (1981) (omvattend : De zevende bron van de zeven, Moord op de M.U.T., Uit alle dalen der
herinnering)
* Ik ben zo wijd (1982)
* Bevrijd van alle nood (1984)
* De uiterste hoeksteen (1985) (trilogie, omvattend : Bijwijlen lief bijwijlen leed, Ik ben zo wijd, Bevrijd van alle nood)
* Wij, incivieken (1988) (heruitgave van "Niet jammeren, broers", onder de schuilnaam Piet Caneel)
* Terwille van Andriy (1988)