SIMONE DE BEAUVOIR ** LA FORCE DES CHOSES ** AUTOBIOGRAPHIE
Kenmerken
- Conditie
- Gebruikt
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
SIMONE DE BEAUVOIR
** LA FORCE DES CHOSES **
*** AUTOBIOGRAPHIE***
EDITEUR NRF GALLIMARD
ARTIKEL INVENTARIS CODE 4.000
FORMAT 204 X 140 X 40 + 686 PGS + 630 GRS
EXPED EN BELGIQUE 5,50 EURO .
Simone de Beauvoir (Parijs, 9 januari 1908 – ald., 14 april 1986) was een Frans filosofe, schrijfster en feministe.
Simone de Beauvoir werd geboren in Parijs als oudste dochter van een deftig, maar niet al te bemiddeld gezin. Al vanaf haar tweede krijgt ze godsdienstonderwijs van haar moeder en op latere leeftijd volgt ze haar onderwijs aan de kloosterschool. Maar de Beauvoir maakte haar eigen keuzes en geloofde niet in God. Zij koos voor haar waarheid, voor haar zijn de zonden van de mens niet te beboeten, je bent verantwoordelijk voor je eigen daden.
Omdat haar ouders niet genoeg geld hadden om een bruidsschat voor hun dochters te bekostigen, moest Simone in haar eigen levensonderhoud kunnen voorzien. De Beauvoir moest gaan studeren, wat ze met haar aangeboren intelligentie natuurlijk heerlijk vond. Aan de Parijse universiteit de Sorbonne studeerde ze literatuurwetenschappen, wiskunde en filosofie. Na haar studies werd ze toegelaten op de docentenopleiding, waarvoor ze bij de École normale supérieure moest zijn. Daar leerde de Beauvoir een intellectuele jongeman genaamd Jean-Paul Sartre kennen, hij zou haar gezel voor het leven worden. In haar relatie met Sartre wilde Simone koste wat kost haar zelfstandigheid bewaren. Zo wees ze zelfs een huwelijksaanzoek van zijn kant af en nam een onderwijsaanstelling in de provincie aan, ver van Sartre en Parijs. Tot aan Sartres dood in 1980 zou hun relatie gebaseerd blijven op onderlinge afspraken zodat geen van beiden hun persoonlijke vrijheid op hoefde te geven. In zowel het werk van Sartre als in het werk van de Beauvoir zal altijd de invloed van de ander merkbaar aanwezig zijn.
In de oorlog kreeg de positief ingestelde Simone een harde les, Sartre was naar het front gestuurd en de scheiding viel haar zwaar. Voor haar literaire carrière betekende de oorlog juist een positieve wending. Hoewel ze al jaren bezig was met allerlei voorzichtige beginnetjes van boeken, schreef ze haar eerste volledige boek pas in 1938. Uitgenodigd zou echter pas in 1943 uitkomen. Zelf zegt ze: Literatuur wordt geboren als er in het leven iets misloopt.
Vanaf de oorlog begon ze zich ook meer te interesseren voor de politiek, die een belangrijke rol speelt in haar werk. Op latere leeftijd zou de Beauvoir zelf ook een belangrijke rol gaan spelen, onder andere, in de vrouwenbeweging. In 1943 werd de Beauvoir als onderwijzeres ontslagen en nam ze alle tijd om zich tot het schrijven te wenden. Haar debuut uit 1943 werd al in 1944 gevolgd door het boek, De anderen. Voorin dat boek staat: Maar de mens is gedoemd te leven; zijn eigen leven te leven. En dat houdt in dat hij niet anders kan dan indringen in het leven van een ander. Want het is onmogelijk te leven zonder vuile handen te maken.
Simone de Beauvoir werd na de oorlog gerekend tot de existentialisten, een stroming die aangevoerd wordt door Sartre, Camus en Dumas. Zij gaan uit van ieders eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van zichzelf en de hele wereld om hen heen. In 1947 kwam het boek, Niemand is onsterfelijk uit en groeide haar bekendheid vanwege haar actieve politieke bestaan.
In 1949 schreef ze het essay, De tweede sekse, waarin ze pleit voor de economische onafhankelijkheid van de vrouw. De Beauvoir signaleerde dat de positie van de vrouw al sinds 1919 (invoering van het kiesrecht voor de vrouw) niet meer verbeterd was en wilde dit aan de kaak stellen. Ze was tegen de rol van de vrouw in het klassieke huwelijk omdat de vrouw dan volledig afhankelijk was van de man. Ze zei: Je moet leven in een morele, psychische, totale innerlijke afhankelijkheid van een man; dat zou geen enkel menselijk wezen mogen accepteren. Tevens is haar bekendste uitspraak in "le deuxieme sexe" te lezen: "Je wordt niet als vrouw geboren, maar je wordt vrouw gemaakt". Hiermee doelt ze op het feit dat vrouwen zich niet onderscheiden door fysiologische of anatomische verschillen, maar de mannen maken vrouwen tot vrouwen. Volgens de Beauvoir maken mannen geen volwaardige individuen van vrouwen. Mannen zouden subjecten zijn die voor zichzelf kunnen leven, vrouwen zouden objecten zijn, die dienstbaar moeten zijn richting mannen. Voorin haar essay stond een quote van Poulain de la Barre: Al wat door mannen over vrouwen is geschreven moet als verdacht worden beschouwd omdat ze zowel rechter als partij in het geschil zijn. Onder andere door dit essay en met Simone de Beauvoir als inspirator begon de tweede feministische golf.
In 1954 kwam het boek, De Mandarijnen uit, waarvoor de Beauvoir de Prix Goncourt zou ontvangen. Het werd in 1958 gevolgd door haar memoires in Mémoires d'une jeune fille rangée. Na de dood van haar moeder schreef Simone het boek, Une mort très douce, dat in 1964 uitkwam. Les belles images kwam in 1966 uit en La vieillesse in 1970.
Als in 1980 haar levensgezel Jean-Paul Sartre overlijdt, is ze kapot: ze schrijft nog het boek, La Cérémonie des adieux: Jean-Paul Sartre. Zelf zou Simone de Beauvoir zes jaar later overlijden in Parijs, lichamelijk en geestelijk uitgeput door verslavingen aan alcohol en amfetaminen.
Bibliografie
romans
1943 L'Invitée; (Ned. vert.: 1964; Uitgenodigd; door: Greetje van den Bergh)
1945 Le Sang des autres; (Ned. vert.: 1965; De anderen; door: L.P.J. Braat en 1980; Bloed van anderen; door: Ernst van Altena)
1946 Tous les hommes sont mortels; (Ned. vert.: 1974; Niemand is onsterfelijk; door: Jan Hardenberg en 1982; Alle mensen zijn sterfelijk; door: Greetje van den Bergh)
1954 Les Mandarins; (Ned. vert.: 1963; De mandarijnen; door: Jan Hardenberg)
1966 Les Belles Images; (Ned. vert.: 1967; De schone schijn; door: Jan Hardenberg en 1979; Een wereld van mooie plaatjes; door: Ernst van Altena)
1967 La Femme rompue; (Ned. vert.: 1968; De gebroken vrouw; door: J. Huijts)
1979 Quand prime le spirituel; (Ned. vert.: 1981; Met kramp in de ziel; door: Jeanne Holierhoek)
essays
1944 Pyrrhus et Cinéas
1947 Pour une morale de l'ambiguïté; (Ned. vert.: 1958; Pleidooi voor een moraal der dubbelzinnigheid; door: Paul Rodenko)
1948 L'Existentialisme et la Sagesse des nations; (Ned. vert.: 1989; Oog om oog; door: Ivo Gay)
1949 Le Deuxième sexe; (Ned. vert.: 1982; De tweede sekse; door: Jan Hardenberg)
1955 Privilèges
1957 La Longue Marche
1963 Faut-il brûler Sade; (Ned. vert.: Marquis De Sade en 1985; Markies De Sade; door: C. Veerman)
mémoires
1948 L' Amérique au jour le jour
1958 Mémoires d'une jeune fille rangée; autobiografie, deel 1; (Ned. vert.: 1965; Herinneringen van een welopgevoed meisje en 1974; Een welopgevoed meisje; door: Jan Hardenberg)
1960 La Force de l'âge; autobiografie deel 2; (Ned. vert.: 1968; De bloei van het leven; door: Christopher Logue)
1963 La Force des choses; autobiografie deel 3; (Ned. vert.: 1969-70; De druk der omstandigheden; door: L. Witsenburg)
1964 Une mort très douce; (Ned. vert.: 1979; Een zachte dood; door: Greetje van den Bergh)
1970 La Vieillesse; (Ned. vert.: 1975; De ouderdom; door: Jan Hardenberg)
1972 Tout compte fait; autobiografie deel 4; (Ned. vert.: 1979; Alles welbeschouwd; door: Pieter Grashoff)
La Cérémonie des adieux; Jean-Paul Sartre; (Ned. vert.: 1958; Het afscheid; door: Frans de Haan)
toneel
1945 Les bouches inutiles