de eerste zeven kinderjaren
Tussen de onmondige baby en het volop sprekende schoolkind dat naar groep 3 gaat zit de peuter en de kleuter. Een wonderlijke en fantastische periode. De periode van de persoonlijkheidsvorming waarin kinderen zich lijken te ontvouwen als een nieuw aangelegde tuin. In die tuin moet de natuur zijn kans krijgen maar er moet ook in gesnoeid en geleid worden.
Sieneke Goorhuis geeft aan de hand van duidelijke voorbeelden in een prettig leesbare stijl een goed beeld van de verschillende aandachtsgebieden in de opvoeding. In korte hoofdstukjes wordt het belang en de invloed van muziek en voorlezen, een veilige hechting, sociale vorming en de denkontwikkeling duidelijk. Een praktisch handvat voor opvoeders.
Orthopedagoog Sieneke Goorhuis-Brouwer is als hoogleraar spraak- en taalstoornissen bij kinderen verbonden aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Zij schreef de hoofdstukken in Kleine pedagogiek voor grote mensen als column voor het Friesch Dagblad .
In dit boekje beschrijft de auteur een reeks gebeurtenissen uit het leven van kinderen tot en met 7 jaar. Vanuit een orthopedagogische invalshoek worden aan de hand van voorvallen genuanceerd de ontwikkeling en de behoeften van het kind beschreven. Het boekje telt zeven hoofdstukken. Deze gaan onder meer over hechting, taal- en denkontwikkeling, sociale vorming en de motoriek. Kortom: een praktisch boekje, samengesteld rond aansprekende thema's, voor iedereen die (beroepshalve) geinteresseerd is in de ontwikkeling van het jonge kind. De eerder als artikelen verschenen hoofdstukken zijn geillustreerd met enkele zwart-witfoto's en het boek bevat een korte literatuurlijst. De schrijfster is orthopedagoge en als hoogleraar spraak- en taalstoornissen bij kinderen verbonden aan de universiteit van Groningen.
