604 pagina's !
Roop is een zestienjarig sikh-meisje. In 1937 trouwt ze met de vijfentwintig jaar oudere Sardarji, een welgesteld landeigenaar die door zijn studie in Oxford tussen twee culturen in staat, de Indiase en de Engelse. Sardarji heeft al een eerste vrouw, Satya. Zij is de trotse manager van Sardarji's huishouden, maar ze kan haar man geen erfgenaam schenken. Satya, vernederd door Roops komst, verbergt haar gevoelens en besluit dat Roop voor haar een kind zal dragen. Het is in de tijd dat India onafhankelijk wordt van de Britten. Een turbulente periode breekt aan en ook in het huis van Sardarji dringt de moderne westerse cultuur door. De zelfbewuste Roop is daartegen bestand, maar de oudere Satya wordt ongewild een vreemde in de kringen wa arin haar man verkeert. Roman spelend in de nadagen van het Brits-Indisch imperium. De situatie in de Punjab (Noordwest-India en Pakistan) tussen 1895 en 1948 wordt beschreven aan de hand van een Sikh familie. Centraal staan twee vrouwen. Satya is getrouwd met de welvarende landeigenaar Sardarji. Omdat hun huwelijk kinderloos blijft, huwt Sardarji de 16-jarige Roop, zonder van Satya, die kundig zijn bezittingen bestiert, te scheiden. De voortdurend veranderende machtsverhoudingen tussen de beide vrouwen, met hun grote verschillen en de generatiekloof, zijn de grote constante. Satya symboliseert de oude feodale tijd, Roop het nieuwe. Satya vecht een verloren strijd, Roop voegt zich in een tradtionele moederrol, maar in een voor haar open liggend bestaan. Hierdoorheen wordt een voortreffelijk beeld geschetst van de onafhankelijkheidsbeweging en de verschrikkingen van de deling in India en Pakistan. Daardoor is het zowel een familieverhaal als een histor i sch e roman. Er is een feministische t oonzetting met een sterke nadruk op zelfbeschikkingsrecht van vrouwen, een in India en Pakistan zeldzaam verschijnsel. Eerste, terecht bekroonde roman van de jonge Canadees-Indiase schrijfster. Met landkaartje, maar geen verklarende woordenlijst. Kleine druk.
