Aangeboden door CDJK
SCHIJNDOOD
Historische roman
van SIMONE VAN DER VLUGT
Vanaf kinds af aan heeft Kris (de hoofdpersoon) last van dezelfde nachtmerrie, waarin hij zijn eigen dood beleefd, maar niet de dood van zijn huidige leven.
Zijn hobby is tekenen. Hij tekent vaak hetzelfde gebouw: een huis met een trapgevel met kleine ruitjes en een uithangbord aan de zijkant, waar een witte roos op staat. Het wonderlijke is dat hij ook weet wat zich áchter die gevel bevindt: een donkere koele ruimte, een toonbank vol flessen en potten.
Houten kasten met nog meer potten, waarvan de inhoud een merkwaardige sterke geur verspreidt.
Eén van zijn huisgenoten, Dominique, komt er achter dat Kris die nachtmerrie heeft. Zij wijst hem erop dat het iets met reïncarnatie te maken kan hebben.
Na een week heeft hij een afspraak met Dominique’s tante: Heleen Walraven, die reïncarnatietherapeute is.
Kris moet enkele vragen beantwoorden over zijn kindertijd en de relatie met zijn ouders. Daarna wordt Kris met behulp van hypnose terug naar zijn vorige leven gestuurd om te weten te komen wat zijn steeds terugkerende droom betekent.
Als hij eenmaal onder hypnose is, is hij Olivier Moeriaans in de tijd rond 1650 / 1656 in Alkmaar.
Olivier is de zoon van een apotheker en is in opleiding bij een schilder.
Olivier merkte dat hij lichte kringen op de huid op zijn armen kreeg. Zijn vader denkt dat het een gewone huiduitslag is en maakt allerlei middeltjes voor Olivier.
Helaas werkt niets tegen de kringen en Olivier wordt onderzocht door de stadschirurgijn. Die constateert dat Olivier melaats is. Hij wordt verbannen uit de stad en opgevangen in een tehuis voor melaatsen: de leprozerie van Alkmaar.
Als Olivier op een dag een weiland staat te schilderen komt er een woonwagen langs met voor op de bok de kwakzalver van de markt uit Alkmaar. Hij heet Jeroom Couttenier. De man stopt voor Olivier en biedt Olivier onderdak en eten, op voorwaarde dat hij de woonwagen opnieuw beschildert.
Zo loopt Olivier weg, weg van de leprozerie, weg van de narigheid, maar ook weg van Alkmaar, de stad waar hij zoveel van houdt.
Na een paar kilometer pikken ze nog een vrouw op: Isa. Zij reist ook mee en speelt soms toneelstukjes om de verkoop van Jeroom’s drankjes te doen stijgen.
In Nederland breekt de pest uit. Als Olivier geruchten hoort dat de pest ook Alkmaar heeft bereikt, gaat hij terug. Als hij aankomt, leeft alleen zijn vader nog. Hij zorgt voor zijn vader, tot ook die overlijdt.
Na een paar dagen krijgt hij zelf ook de pest en overlijdt.
Kris heeft zijn vorige leven niet in één keer beleefd. Hij is twee keer onder hypnose geweest. De eerste keer eindigde het dat hij Jeroom ontmoette. De tweede keer eindigde het dat zijn vader overleed. Kris was naar Alkmaar gegaan om te kijken of hij er nog iets van herkende. En ja zeker, hij herkende bijna alles nog, maar in de kerk bij het graf van zijn vorige gezin werd het hem teveel en viel hij flauw.
In zijn onderbewustzijn beleefde hij het laatste deel van zijn vorig leven.
Hij ging ook dood door de pest net zoals de rest van het gezin Moeriaans…
Uitgave: Lemniscaat
Paperback, 178 pagina's
In goede staat