Van 1989 tot 2003 reisde Richard Krajicek de wereld rond en speelde hij tegen alle toppers van het profcircuit. Met dit boek heeft hij zijn ervaringen met de meest aansprekende tegenstanders aan het papier toevertrouwd. Op levendige wijze geeft hij zijn mening over kampioenen als Boris Becker, Pete Sampras, Andre Agassi en Andy Roddick. 'Harde Ballen' staat vol met persoonlijke anekdotes en geeft daarom een uniek kijkje in de fascinerende profwereld. Een 'must' voor de vele tennisliefhebbers, die met andere ogen naar hun helden zullen kijken. - Uniek boek over de tenniswereld; - Boordevol persoonlijke anekdotes over 's wereld beste tennissers; - Geschreven door de beste en bekendste vaderlandse speler; - Een fascinerend beeld van de kampioenen van gisteren en vandaag; - Geïllustreerd met b ijzonder fo tomateriaal. Autobiografie van voormalig proftennisser Richard Krajicek (1971). Aan de hand van zijn ervaringen met toptennissers (John McEnroe, Paul Dogger, Ivan Lendl, Goran Ivanisevic, Boris Becker, Paul Haarhuis en Jacco Elthingh, Pete Sampras, Martin Verkerk, Sjeng Schalken, Andre Agassi, Lleyton Hewitt, en Mansour Bahrami) schetst Krajicek in twaalf hoofdstukken zijn leven en sportcarriere. Zijn ouders vluchten in 1970 uit het communistische Tsjecho-Slowakije, op 6 december 1971 wordt Richard in Rotterdam geboren. Zijn vader stelt hoge eisen aan Richard. Later wordt hun relatie slecht en zien ze elkaar niet meer. Richard weet een imposante tenniscarriere op te bouwen, zo staat hij als proftennisser jarenlang in de mondiale top-10 en wordt in 1996 eerste op Wimbledon. Blessures dwingen hem echter te stoppen. In het boek is ook zijn afscheidsspeech opgenomen. De door hem opgerichte Richard Krajicek Foundation ) zet zich in voor de sportbeoefening van kinderen in achterstandswijken, een gedeelte van de opbrengst van dit boek gaat hier naar toe, aldus de achterflap. Boeiend, met mooie anekdotes. Krajiceks' autobiografie geeft een aardig beeld van de wereld van het proftennis. Bevat twee katernen kleurenfoto's en een voorwoord van Mart Smeets.
