DE CHINESE JIA LI IS 12 JAAR EN ZIT IN DE BRUGKLAS. DAT IS NIET ALTIJD EVEN GEMAKKELIJK, WANT LERAREN, VRIENDEN EN OUDERS WILLEN VAAK HEEL ANDERE DINGEN DAN JIA LI. DAN HEEFT HIJ OOK NOG EENS EEN TWEELINGZUS OP WIE HIJ EEN BEETJE MOET PASSEN. SOMS LIJKT HET LEVEN VAN JIA LI EEN INGEWIKKELD DOOLHOF WAAR HIJ HELEMAAL IN VERDWAALT, EN ANDERE KEREN IS HET JUIST HEEL GEMAKKELIJK OM SUCCES TE HEBBEN. Jia Li is dertien jaar en zit in de brugklas. Li heeft grootse plannen en wil graag indruk maken op anderen. Hij is verder hulpvaardig, vindingrijk en vindt de meisjes maar vreemd. Dagboekfragmenten aan het begin van elk hoofdstuk geven een indruk van het gedachtegoed van een Chinese jongen. Veelal lijken de ideeën op die van de gemiddelde Nederlandse brugklasser. Het gaat hier dan ook om een Chinese cultuur met veel w esterse invloeden. Toch wordt ook het verschil duidelijk benadrukt. De kinderen zijn in hun taalbeleving poëtischer. De levensles in de afzonderlijk leesbare verhalen komt erop neer dat je eerst moet leren hoe je kleine dingen moet doen, voor je aan het grote werk kunt beginnen. Het boek maakt deel uit van een serie die is uitgegeven in het kader van De leespiramide, een leesbevorderingproject dat gesteund wordt door Het Tropeninstituut, de Novib en enkele andere organisaties. Vanaf ca. 11 jaar.
