geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie
288 pagina's
Het eerste overzichtswerk over een bijna 150 jaar oude bedrijfstak waar miljarden en miljarden euro's in omgaan. Nederland zuivelland is over de hele wereld een begrip, Edam en Gouda zijn synoniemen voor kaas, terwijl Frau Antje leeft met ruim een half miljoen hits op google. Niettemin is nog niet eerder beschreven hoe de Nederlandse zuivelindustrie die positie verwierf. Haar geschiedenis is een onbekende. Ze begint omstreeks 1870 met melkinrichtingen in grote steden en kleine boterfabriekjes in de provincie. En met een reeks ondernemende industriëlen, artsen, boeren en onderwijzers die stapje voor stapje van Nederland een grootmacht op zuivelgebied maakten. De geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie is op kleurrijke wijze te boek gesteld. Na een bescheiden begin omstreeks 1870 volgde een spectaculaire groei tot grootmacht op de wereldmarkten voor zuivelproducten als boter, kaas, gecondenseerde melk, chocomel, yoghurt en melkpoeder. Kwaliteitscontrole, research, samenwerking in coöperaties, schaalvergroting en collectieve reclame zorgden voor een effectieve ondersteuning van de verkoop. Bekende slogans waren 'Met melk meer mans', 'Melk is goed voor elk' en 'Melk, de witte motor'. Populaire figuren als Joris Driepinter en Frau Antje droegen een steentje bij. Gedenkwaardige aandachtspunten zijn verder de concurrentiestrijd tussen natuurboter en kunstboter (roomboter en margarine), de crisismaatregelen in de jaren dertig, problemen van overproductie (melkplas, boterberg) en de verbeteringen in het zuivelonderwijs. Interessant is ook de samenhang met consumptiepatronen in de loop van de tijd. De auteurs zijn historici en goed thuis in een typisch Nederlandse bedrijfstak, waarvan zij voor een breed publiek een boeiend beeld schetsen. Verzorgde uitgave in gebonden uitvoering met leeslint, voorzien van talrijke illustraties in kleur en zwart-wit en een register.
