"Als je bij mij op de stoep uit volle borst een liedje gaat zingen,"zegt meneer Meijer grinnikend tegen Peter, dan ben je echt gek op zingen. Dan is het voor een sentimentele oude man als ik onmogelijk om je buiten te laten staan. Hoe graag ik dat ook zou willen, want kinderen kwellen is een hobby van me. Je moet weten dat ik afstem van de kinderkannibalen. Mijn voorouders bakten kinderen in de olie en sneden ze in schijfjes. Met een beetje zout werden deze knapperige kinderchips geserveveerd als borrelhapje." Meneer Meijer sluit de deur achter hem. Je hebt geluk dat je mag komen. Ik doe weinig zangles met kinderen, maar er viel een meisje uit en daarvoor kom jij in de plaats. Peter wil niets liever dan zangles krijgen van meneer Meijer. Als zijn droom eindelijk werkelijkheid wordt, merkt hij tijdens de eerste les dat menee r Meijer een wel zeer ongewone man is. Hij vertelt vreemde verhalen, doet rare dingen en zingen is er al helemaal niet bij. Het verhaal beslaat één "zangles" en bestaat bijna geheel uit dialogen, waarin op grappige en openhartige manier de gevoelens van kinderen en ouderen worden beschreven. Typisch Peter Jan Rens-boek, fantasievol, ludiek, vaak kolderiek, maar toch met raak getypeerde hoofdpersonen en een boodschap. Voor kinderen vanaf ca. 10 jaar. Ruime bladspiegel, grappige illustraties.
