Prentenboek over een jongetje dat door zijn verrekijker speurt naar God. Hij ziet een konijn en besluit dat dit God is. God is de vader van de familie konijn. De kinderen spelen en krijgen elke dag worteltjes te eten, waarna vader God het kroost naar bed brengt en in slaap tovert. Het jongetje hoopt dat God hem op een dag komt halen om met zijn kinderen te spelen. Vanuit het idee 'God is liefde' kan de sprong van het niet zichtbare naar een konijn wel gemaakt worden. De wens om door God gehaald te worden kan door een volwassene als een doodsverlangen worden geïnterpreteerd, maar zal voor kleuters voor wie dit verhaal toch is bestemd, niet zo voor de hand liggen. Het verhaal is, afgezien van 'God is een konijn', eenvoudig. De stijl van vlakverdeling en kleurgebruik hangt nogal tegen het werk van Max Velthuis aan: grote vlakken, duidelijke kleuren
