311 pagina's
Rechercheurs Leo Magozzi en Gino Rolseth vervelen zich: er is al lang geen moord meer gepleegd. Maar wanneer Morey Gilbert dood wordt aangetroffen, is het met de verveling in één klap afgelopen. Wie zou de bejaarde man hebben willen vermoorden? Hij was een man zonder vijanden, een heilige bijna. Zijn kleine, norse vrouw zorgt niet bepaald voor opheldering, zij zou zelfs een verdachte kunnen zijn. Dan vallen er nog meer bejaarde slachtoffers en krijgen Magozzi en Gino meer werk dan hun lief is. Het is lang rustig geweest in Minneapolis-St. Paul als rechercheurs Magozzi en Rolseth geconfronteerd worden met een paar moorden achter elkaar met drie hoogbejaarde joodse mensen als slachtoffers, op het eerste gezicht de aardigste mensen die je je kunt indenken. Het blijkt dat ze alle drie in een Duits concentratiekamp hebben gezeten. Met hulp van Grace MacBride, hoofdpersoon uit een eerdere roman van het schrijversduo en een fenomeen op het gebied van software, proberen de detectives het geheim van de oude mensen te ontrafelen en de moordenaar te achterhalen. Het speurdersduo verricht zijn taak met de nodige humor maar net niet zo veel dat het de spanning uit het verhaal haalt. Het plot zit goed in elkaar en blijft boeien, zelfs als je bedenkt dat de jacht op ontsnapte nazi-misdadigers wel een erg platgetreden pad is. De schrijfsters hebben ook de familieverhoudingen zodanig gecompliceerd gemaakt, dat dat alleen al een aardig subplot oplevert. Kleine druk. Engelenmoord, het eerste boek dat moeder P.J. Lambrecht en dochter Traci schreven onder hun gemeenschappelijke pseudoniem P.J. Tracy, was verre van volmaakt. Het is dus bijna ongelooflijk dat Levend aas door diezelfde P.J. Tracy geschreven is. Want de uiterst gecompliceerde plot, waarin zowel slachtoffers al s moordenaars een hoge leeftijd hebben, zit strak en straf in elkaar. MacBride is ineens veel daadkrachtiger en de plaatselijke politie stort zich met overgave op de veelkantige zaak. Dat levert fraaie bijrollen op, zoals die van de voormalige narcotica-agent Marty Pullman, de trotse bezitter van een witte Chevrolet Malibu Cabriolet uit 1966, tevens schoonzoon in een familie waarin opmerkelijk veel doden vallen.
