De verhalen in de zondagse rubriek van Omroep Brabant “D’n Contente Mens” worden nu al drie jaren door een zeer grote en brede groep van mensen beluisterd, tot zelfs ver buiten het eigenlijke zendgebied van de S.R.O.B.
In juni 1979 mocht de schrijver voor deze verhalen van de Eindhovense Persclub haar jaarlijkse onderscheiding “De Zilveren Tulp” in ontvangst nemen.
Begrijpelijk dat de eerste bundeling van 21 verhalen onder de titel “SKÔN PERTRETTEN”een doorslaand succes was.
Maar niet allen daarom verschijnt er nu een tweede bundel.
Behalve de smeuïge, Brabantse verteltrant, vormt evenzeer het feit dat in deze verhalen de Brabantse levenssfeer wordt “vastgelegd” een reden voor de grote belangstelling. Zoals vroeger onder de stolpen op het kabinet bewaard werd wat voor de mensen kostbaar of heilig was, zo wordt in dit boekje ‘ONDER DE STÙLP” bewaard wat men graag vasthouden wil: de TIJD waarin men leefde…én leeft. Het zijn niet alleen mensen en feiten van Vroeger, die dit boekje “onder de stulp” stofvrij wil houden. Ook die van Nu, levend in een sterk veranderend Brabant, zijn er rijkelijk in vertegenwoordigd. En zij blijken “krèk inter’ als die van de hen voorafgaande generaties. Men kan zeggen: de TIJD gaat voort in datum en jaartal, maar zet hem onder de stulp, en hij blijkt Nu hetzelfde te zijn als vroeger.
Inhoud:
Beeverte –
De Vreekens –
Ons tant Dymphna –
D’n Bok van Petike’s –
Mamertus, pastoor op de Gageldonk –
Kuuk d’n Haon –
Ruzie op ’t koor –
Bertje Blok en de juffrouw uit d’uurste klas –
Bevrijding –
Ander Brabant –
’t Overstekske –
Bosse Mèrt –
’t Briljantje –
Klinkriemen –
De Herderkesziekte van Tonna Pas –
De jaarvergadering –
Alarminstallatie –
D’n Pomerolmesjeu –
De Uitspatting –
Vlieg –
Zeuven en dertig centen.
