Nicoline van der Sijs - Nota Bene
Kenmerken
- Conditie
- Zo goed als nieuw
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
de invloed van het Latijn en Grieks op het Nederlands
257 pagina's
De invloed van Latijn en Grieks op het Nederlands
Toen wij nog maar heel klein waren, leerden wij het woord kat. En het woord straat. En woorden als emmer, keuken, kort en familie. Je was jarig in bijvoorbeeld maart of oktober. Misschien ging je op zondag naar de kerk of naar Ajax. Veel van de woorden uit de vorige zinnen zijn alledaagse woorden, maar met een oude en exotische geschiedenis.
Nota Bene vertelt hoe in de loop van tweeduizend jaar talloze Latijnse en Griekse woorden in het Nederlands zijn terechtgekomen. Het geeft geen droge opsomming van overgenomen woorden, maar laat zien hoe de culturele invloed van de klassieke wereld valt af te lezen aan onze woordenschat. Die invloed gaat tot op heden door. Nog steeds worden nieuwe wetenschapstermen, product- en bedrijfsnamen gevormd van Latijnse en Griekse woorden. Nog steeds doorspekken mensen, vaak zonder het te beseffen, hun taal met uitdrukkingen die op de klassieken teruggaan, zoals verdeel en heers, brood en spelen, en zij schitterde door afwezigheid.
"Nota beide benen" placht een van de typetjes van Kees van Kooten schertsenderwijs te zeggen, daarmee aangevend dat hij van Latijn weinig kaas (caseus) gegeten had. Nota bene (let wel) is een vaste uitdrukking, als zodanig duidelijk herkenbaar van vreemde komaf, die een plaats binnen het Nederlands taaleigen verworven heeft. Veel minder bekend is dat allerlei zuiver Nederlands ogende woorden en uitdrukkingen uit het Grieks en Latijn stammen. Wie denkt er bijvoorbeeld bij "boter" of "kelder" aan dat deze woorden rechtstreeks aan het Latijn ontleend zijn? Dit boek behandelt de verschillende gebieden en de verschillende manieren waarop de twee klassieke talen invloed (gehad) hebben op de Nederlandse woordenschat. In het eerste, door Nicoline van der Sijs geschreven gedeelte komen onder meer aan bod: de verschillende perioden waarin met name het Latijn voor verrijking van onze taal zorgde. In het tweede gedeelte, waarvoor Jaap Engelsman tekende, gaat het over gevleugelde woorden die vrijwel letterlijk vertaald uit het Grieks of Latijn afkomstig zijn, zoals "verdeel en heers" en "de teerling is geworpen". Met een lijst van belangrijkste gebruikte literatuur en een woordregister.