- Auteur: Ton Sijbrands
- 584 pagina's
- ISBN: 978-90-813187-0-9
De Hollandse Opening in analyses en beschouwingen
Met de serie “Mijn Hollands Universum”, waarvan dit het eerste deel is, legt Sijbrands voor de zoveelste maal getuigenis af van zijn liefde voor het spel waaraan hij sinds zijn jeugd verslingerd is. En passant blikt hij terug op hoogte- én dieptepunten uit zijn rijke en veelbewogen, bij vlagen dramatisch verlopen carrière.
Mijn Hollands Universum
Ton Sijbrands (Amsterdam, 15 december 1949) was negen jaar oud toen zijn ouders hem de regels van het damspel bijbrachten. In de winter van 1960/1961 werd hij lid van een damclub, waarmee de kiem voor een stormachtige carrière was gelegd. Zo won hij op zijn dertiende van de nationale topspeler J.H. Beeke. Nog geen jaar later schreef hij het seniorenkampioenschap van Amsterdam op zijn naam. En op zijn vijftiende versloeg hij de toenmalige wereldkampioen Sjtsjogoljew.
Nadat Sijbrands voorjaar 1967 Nederlands kampioen was geworden, besloot hij - dwars tegen alle raadgevingen in - de middelbare school te verlaten en beroepsdammer te worden. Mede dankzij die existentiële keuze vergaarde hij binnen zes jaar nóg vier Nederlandse titels (1969-1971 en 1973), alsook vier Europese titels (1967-1969 en 1971).
Met zijn zege in het WK-toernooi van Hengelo 1972 doorbrak Sijbrands de jarenlange hegemonie van de Sowjet-Russische dammers. De met 22-18 gewonnen WK-match tegen zijn voorganger Andreiko (Den Haag 1973) markeerde het einde van deze succesvolle periode. Sijbrands kondigde aan zijn titel níét meer te verdedigen en zich uit de wedstrijdsport terug te trekken. Wat overigens geenszins betekende dat hij zich niet meer met dammen bezighield. Hooguit werd de focus verlegd van spelen naar analyseren en - vooral - schrijven over het spel.
In die status van beschouwende buitenstaander zou, vijftien jaar later, ook een kortstondige terugkeer in de arena geen wezenlijke verandering brengen. Dit ondanks het feit dat Sijbrands zijn rentree bijna met een derde wereldtitel had opgeluisterd. Maar in de slotfase van zijn WK-match tegen de Rus Tsjizjow (Amersfoort 1990) ging het mis. Zo moest hij de op de tweede dag verkregen voorsprong in de achttiende partij alsnog afstaan. En in de allesbeslissende twintigste matchpartij gaf Sijbrands in tijdnood de winst uit handen. Daardoor werd het remise en prolongeerde Tsjizjow zijn titel.
Alle speculaties omtrent de plaats die Sijbrands in de damgeschiedenis zou hebben ingenomen, heeft hij zelf altijd hartgrondig verfoeid. Wel laat hij zich met graagte het epitaaf aanleunen waarmee hij door Volkskrant-verslaggever Egbert van Hattem werd bedacht; die noemde Sijbrands ooit de “grootste liefhebber van het spel”!
Met de serie “Mijn Hollands Universum”, waarvan dit het eerste deel is, legt Sijbrands voor de zoveelste maal getuigenis af van zijn liefde voor het spel waaraan hij sinds zijn jeugd verslingerd is. En passant blikt hij terug op hoogte- én dieptepunten uit zijn rijke en veelbewogen, bij vlagen dramatisch verlopen carrière.