135 pagina's
Frank is een 13 jarige jongen die na de grote vakantie niet meer kan wennen aan het geregelde leven thuis. Hij wil geen boeken kaften, geen nieuwe kleren en zeker niet naar de middelbare school. Na een ruzie met zijn ouders neemt hij samen met zijn hondje de benen en belandt in een vissershaven, waar hij mag helpen met het vaarklaarmaken van een kotter. Als vissersmaatje leert hij varen en vissen met een schip en wordt hij de held van de haven. Frank raakt betrokken bij een doodeng stropersavontuur krijgt zijn eerste kus en beleeft hachelijke momenten tijdens een stormnacht. Dan wordt hij ziek en moet naar huis, maar thuis is thuis niet meer.
Jeugdroman over een 13-jarige jongen die van huis wegloopt en een tijd in een vissershaven in Zeeland werkt. In een directe en concrete schrijfstijl weet de schrijver in dit verhaal met eenvoudige woorden mooie beelden en een maximum aan sfeer op te roepen. De leefomstandigheden van de hoofdpersoon en de relationele problematiek in het tandartsengezin waar de jongen uit voortkomt, komen authentiek en herkenbaar over. De havenkroeg, het werken op de vissersboot, de strooptochten langs de fuiken, maar ook de ontluikende liefde voor zijn vakantievriendinnetje: het is een nieuwe, onbekende en spannende wereld waarin de hoofdpersoon terecht is gekomen.
Vanaf ca. 11 jaar.
