Maarten 't Hart -De Unster
Kenmerken
- Conditie
- Zo goed als nieuw
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
219 pagina's
Misschien is Maarten 't Hart in zijn verhalen vaak op z'n best omdat de anekdote en karikaturen erin de veelal trieste ondertoon zo prikkelend weten te compenseren, waardoor het verdriet over de teloorgang minder schrijnend wordt. Ook in deze nieuwe verhalenbundel lijkt dit het geval. Typerend is bijvoorbeeld het verhaal 'Oom Job'. Tegen de achtergrond van het overlijden van de vader van de ik-figuur wordt een karikaturaal maar haarscherp beeld geschetst van de opdringerige broer van de overledene. Met meesterhand schetst 't Hart de tragikomische opschudding die de frequente condoleancebezoekjes van deze oom Job telkens veroorzaken. De dood, hoewel in hoge mate sfeer bepalend, wordt erdoor getemperd.In veel verhalen is de gespannen verhouding tussen de geslachten hoofdthema. Zo verkeren in 'Moederschap' een treinreiziger en een BOM-moeder zelfs op voet van oorlog met elkaar. Misverstand en onbegrip bepalen de verhoudingen en meestal blijkt de vrouw ten slotte de sterkste te zijn. Overigens bevat De unster ook weer enkele jeugdverhalen en satirische schetsen van het universitaire milieu.Over De steile helling:* Hij vertelt bevlogen waar dat moet, wordt ironisch waar het passend is. De dialogen zijn pittig. De nostalgie waarmee hij terugblikt op zijn kindertijd heeft een warmte waar velen zich graag aan koesteren. Maarten 't Hart doet in De steile helling datgene goed waarin hij altijd goed pleegt te zijn. - Hans Warren in Provinciale Zeeuwse Courant* Zijn veel gesmade anekdotiek kan, als hij op dreef is, ook iets mystieks en zelfs surrealistisch hebben. - Rob Schouten in Trouw* De steile helling is een met vakmanschap en liefde gemaakte roman, een van de beste die Maarten 't Hart tot nu toe geschreven heeft. - Inge van der Blink in Utrechts Nieuwsblad Maarten 't Hart dankt zijn populariteit niet in het laatst aan zijn verhalen: denk maar aan 'Het vrome volk' (1974). Met 'De unster' (12 verhalen) bevestigt hij zijn meesterschap in dit genre. 'De draagmoeder', het laatste, langste én m.i. mooiste verhaal uit deze bundel, is prachtig van compositie: de zorg voor een geadopteerd futejong en het vergeefse verlangen van een vrouw naar een kind worden met elkaar verbonden - verlatenheid en gemis tegen de achtergrond van een door zwart geld beheerste maatschappij. Ook de andere verhalen (behalve 'Wonen op de Wallen', dat flets van taal en flauw van inhoud is) weten te boeien door bijv. karaktertekening (Oom Job), psychologisch inzicht (De verzameling), beklemmende sfeer (De unster), en bijna steeds door dat zo eigen gevoel voor humor van 't Hart. Eén verhaal (Bethesda) zal christenen grieven en verdrieten, omdat God er als stichter van het kwaad in wordt aangeklaagd; het is het enige verhaal waarin de humor ontbreekt