1987. 4e druk. Arbeiderspers. PB, 127 p. Gesigneerd met ruime handgeschreven opdracht aan Bas Heijne:
Voor Bas, verhalen uit een Amsterdamse volkswijk, als herinnering aan onze ontmoeting op Soestdijk.
Maarten Spanjer.’
Ingelegd een handgeschreven brief van Spanjer aan dezelfde, gedateerd 1 juli ’97.
‘Beste Bas,
Erg bedankt voor je prachtige boek. Het is een mooie herinnering aan een merkwaardige doch zeer leuke dag. De openingszin van de Prins zal mij nog lang bijblijven: ‘Hebben jullie mijn vrouw nog gezien?
Toch wel gekleed, mag ik hopen.’ Ik zie overigens jouw uitnodiging met plezier tegemoet. Hoop dat je je ondertussen met mijn ‘koninklijke’ boek vermaakt. Vr. gr. M. Spanjer.’
NB: Spanjer haalt in zijn brief de openingszin aan van een toespraak door Prins Bernhard, die slaat op wijlen Koningin Juliana, die de laatste jaren van haar leven, droevig genoeg, al aan het dementeren was.
Als het werkelijk zo gegaan is zoals Maarten vermeld, dan is het te walgelijk voor woorden, en tekent de persoon van Bernard ten voeten uit…
