Lydia Rood (1957) is één van Nederlands bekendste schrijfsters. Van haar hand verschenen niet alleen jeugdboeken, maar ook thrillers, romans en theaterproducties. Voor haar jeugdboeken ontving ze onder andere een Vlag en Wimpel en een Zilveren Griffel. Twee van haar thrillers werden genomineerd voor de Gouden Strop
Charley heeft twee moeders, die allebei bij de politie werken. Ze hoort veel verhalen: over nachtdienst, en over zwervers die op straat hun kostje bij elkaar scharrelen. Charley wil zelf ook wel eens meemaken hoe het is om op straat te slapen. Zo leert ze Karel kennen, en Sjarloos en Lijpe Lotje. Ze worden vrienden. Charley ontdekt dat het niet eenvoudig is om weggelopen te blijven. Ze komt op het spoor van een gemene rover. Maar het lijkt wel of alle politiemensen van de hele stad haar op de hielen zitten... inclusief een van haar eigen moeders.
Charley's twee moeders werken bij de politie en dat is een van de redenen waarom ze wil weglopen: haar moeder te slim af zijn en zich op straat (leren) handhaven. Charley stelt zichzelf niet teleur en maakt ook nog nieuwe vrienden (die wel altijd onderweg zijn). Bij vlagen realistisch, soms geromantiseerd beeld van een zwervend meisje. De hoofdpersoon is laconiek en optimistisch, de juiste instelling voor een meisje dat avontuurlijk van aard is en weggelopen wil blijven. De gedachten en observaties zijn sterker dan de afwikkeling van het verhaal. Lydia Rood schreef weer een heel eigentijds, geestig verhaal over een ondernemend meisje dat het leven naar haar hand zet, maar ook tegenslag zonder morren incasseert. De illustratie op de titelpagina past volmaakt bij het verhaal: schemerachtig, maar omgeven door warme kleuren. Vanaf ca. 10 jaar.
