MarktPlaza

Louis Couperus - Reis-Impressies (Hardcover/Gebonden)

81x bekeken
8 jaar geleden geplaatst

Kenmerken

Conditie
Zo goed als nieuw
Levering
Niet van toepassing

Omschrijving

Net als Julius Caesar, Michelangelo en Goethe woonde ik eens in Rome. Het was niet de eerste keer dat ik er was en het zou ook niet de laatste zijn. Maar hoe vaak ik ook naar Rome ging, steeds kon ik niet goed onder woorden brengen wat dat fijne gevoel van Rome ‘om je heen hebben’ nu precies inhield. Het had iets te maken met die combinatie van Caesar, Michelangelo en Goethe, dat wel.

Toen ik al een tijdlang niet meer in Rome woonde en slechts af en toe (zoals ik nu nog doe) als vluchtige bezoeker langskwam, stuitte ik zomaar ineens op een charmant, klein, tweedehands boekje, geschreven door Louis Couperus. De titel is Reis-impressies, maar Italië-impressies was meer op zijn plaats geweest, zo leerde een snelle blik op de inhoudsopgave. In een door Couperus geschreven Brief uit Rome, een verslag van zijn bezoek aan de stad in 1894, werd onder mijn ogen ineens concreet beschreven, zwart op wit, wat ik altijd voelde:

‘Weet je, wat er in Rome van je gevergd wordt (…)? Ten eerste, dat je de geschiedenis – zoowel wereld- als kunsthistorie – van Romulus tot Bernini op je duim kent. Dan dat je vast bent geverseerd in Rome’s topografieën, (…) bijvoorbeeld zóó, dat als je in St. Pieter komt, je oogenblikkelijk ook denkt aan het Circus van Nero en de Baziliek van Constantijn (…).

Om dit eenigszins naar eisch te kunnen doen, wordt niet alleen de historisch-topografische kennis der metropolis verlangd, maar daarenboven de psychologische kennis van jezelven; namelijk: de macht om je indruk-en-stemming van het oogenblik, oogenblikkelijk ook, een bliksemvluggen retrospectieven gradenboog te laten beschrijven (…). Zoodra je dus voet buiten de poort van je hôtel zet, geef je je vooral niet over aan een indruk van het moment (…), maar oogenblikkelijk stel je je voor – van Romulus af – hoe die straat van je hôtel vroeger was, en welke ruïnes en statuen onder je voetstap begraven kunnen liggen…’

Als je van geschiedenis (of een ‘retrospectieven gradenboog’) houdt, zoals ik, dan is het bestaan van een stad als Rome een cadeautje, dat je eeuwig kunt uitpakken zonder dat het ooit opraakt.

Maar in Couperus’ woorden ligt een ondertoon die niet alleen maar positief is: je kunt in Rome niet genieten van het nu, zegt hij, van het moment. Rome is, met al haar bagage, té zwaar. Zoiets. Even verderop zeg Couperus zelfs:

‘(…) zoo heeft Rome altijd en overal dat onhartelijk-krachtige, verwijtende mij mijne zwakheid… Het liefste heb ik haar dan ook, daar waar ze niet vitaal was, niet weêr bouwde op hare vroegere fondamenten, afbrokkelde in ruïnes, het liefst in het Forum en het Colosseum, den Palatijn en de Baden van Caracalla.’

Daar zijn we dan ineens toch weer met elkaar eens.

Tenslotte dé Rome-tip van Couperus: breng een bezoek aan de Thermen van Diocletianus. Van de beschrijving die hij geeft, de reden dat je hierheen zou moeten gaan, zou je spontaan een ticket naar Rome boeken:

‘Er zijn prachtige beelden (…). Een slapend kopje van bijna goudgeel marmer, afgeslagen aan den hals, en liggende op een fluweelen kussen, voor een venster, waardoor het licht er dommelschaduwend op valt. (…) De mond haalt adem. En niets tot ademloosheid toe treffender – om niet wakker te maken – dan die indruk van innige sluimerschoonheid van dat aanbiddelijke amberkleurige vrouwekopje, met haar geschonden neus!