Atrium, 2002
ISBN 90 6113 955 4
ingebonden, harde kaft, stofomslag
================
Literaire teksten zijn momentopnamen, waarin een uniek decor en een specifieke atmosfeer voor altijd zijn vastgelegd. Tussen steden en schrijvers ontstaat soms een bijzondere band. Wie Den Haag zegt, zegt Couperus. Harlingen doet denken aan Simon Vestdijk. Rotterdam heeft in J.A. Deelder een nachtburgemeester gevonden die ook overdag zijn stad nauwlettend observeert. Elke stad heeft ook haar eigen historie, verwoord in de literatuur: Bergen op Zoom hield zich vroom, Breda had haar turfschip, Den Briel haar Watergeuzen. Steden kunnen herinneringen, dromen en verlangens oproepen, maar ook gemengde gevoelens. Nescio stond op de Cuneratoren in Rhenen en verlangde naar wijde verten, terwijl J.C. Bloem domweg gelukkig was in de Dapperstraat. Naast lof is er ook blaam, naast vertedering ook spot. Deze rijk geïllustreerde bundel voert de lezer aan de hand van bekende en minder bekende teksten uit heden en verleden mee op een literaire wandeling door de steden van Nederland.
