Wanneer een aantal vooraanstaande burgers wordt vermoord door wat naar alle schijn zombies zijn, zijn de enige aanwijzingen die brigadier Terry Lane heeft een blauwgrijze handschoen, een rekening voor wel erg vreemde middelen van een Haïtiaanse apotheek en een dreigement van een mysterieuze vreemdeling. De zaak wordt nog ingewikkelder als er een knappe nachtclubzangeres opduikt, die beweert informatie te hebben die de zaak kan oplossen. Maar zijn háár beweegredenen te vertrouwen? Tegen beter weten in handelt Terry naar haar aanwijzingen en al snel ligt hij opgesloten in een doodskist te wachten op de volgende moord: die op hemzelf. In een Amerikaanse stad ergens circa 1930/1940 worden vooraanstaande burgers gewurgd door heropgestane doden die eens voor hen gewerkt hebben. Brigadier Terry Lane heeft als aanwijzingen een handschoen met lijkengeur en een vreemde rekening voor ingredienten van een Haitaanse apotheek. Een luguber personage, de Loup-Garou (vertaald hier als de menselijke hyena, hoewel het weerwolf betekent) bedreigt hem. Hij krijgt hulp van een mooie verleidelijke nachtclubzangeres met een eigen agenda. Loup-Garou wil heel de stad in zijn macht en wekt via een serum de doden op, die dan als zijn zombies voor hem gaan moorden. Dit verhaal is geschreven voor de pulptijdschriften in de jaren dertig-veertig door de latere oprichter van de Scientology Kerk; Het tweede verhaal 'De hondsdolheidmoord' handelt over een op erfenis beluste misdadiger die een hond schijnbaar dol maakt om zo een moord te verdoezelen.Duidelijke druk.
