Engeland 1797. Regan Weston is een ontluikende schoonheid van achttien jaar en staat op het punt om in het huwelijk te treden met de charmante Farrell. Regans oom tracht het geluk van zijn nichtje echter te verkwanselen om zo zijn eigen beurs te spekken en Regans verloofde speelt met hem onder één hoedje. Het beeldschone meisje is er echter van overtuigd dat liefde en genegenheid hun enige drijfveren zijn... Tot zij op een avond bij toeval flarden opvangt van een gesprek tussen haar oom en haar verloofde. Dan vallen Regan de schellen van de ogen en wordt haar met verbijsterende helderheid duidelijk dat men haar in de val tracht te lokken. Radeloos en beroofd van haar illusie vlucht Regan de straat op en zou zeker ten prooi zijn gevallen aan de dronken wellust van een bende ruige zeelieden als niet de Amerikaanse plantagebezitter Travis Stanford haar levenspad had gekruisd. Aanvankelijk verzet de roodharige schoonheid zich tegen de moedige, mysterieuze vreemdeling die haar als zijn bruid meevoert naar de nieuwe wereld. Doch al spoedig maakt de vlammende woede in haar hart plaats voor een heel ander vuur.
