MarktPlaza

Joop Roes - Hoe De Mandennijverheid Verdween 1844-1984 (Hardcover/Gebonden) Nieuw

20x bekeken
5 dagen geleden geplaatst

Kenmerken

Conditie
Nieuw
Levering
Ophalen of verzenden

Omschrijving

Joop Roes - Hoe De Mandennijverheid Verdween 1844-1984  (Hardcover/Gebonden) Nieuw

BCZ

  • 256 pagina's

Manden hebben in Nederland tegenwoordig vooral een decoratieve functie, waar ze eerst, voordat karton en plastic ze verdrongen, volop gebruikt werden als verpakkingsmateriaal. Ook de mandenproductie is nu vooral in het buitenland te vinden, terwijl manden in allerlei soorten en maten voor ongeveer 1960 op verschillende plaatsen in Nederland vervaardigd werden. Eén van die plaatsen was de streek ten noordwesten van Den Bosch, op de grens van Noord-Brabant en Gelderland. Door de vraag naar manden in de hopcultuur en de tuinbouw groeide een bescheiden huisnijverheid vanaf het midden van de negentiende eeuw uit tot een meer fabrieksmatige aanpak in de twintigste eeuw. Daarbij was sprake van de productie van meer dan honderd verschillende soorten manden, waarvan ook een groot gedeelte werd geëxporteerd naar het buitenland. De sortering liep van aspergemand tot manden voor het vervoer van gloeilampen van Philips.Een tweetal nazaten van ondernemers uit Haarsteeg (Noord-Brabant) konden dankzij een bewaard gebleven bedrijfsarchief van de firma van hun voorouders de basis leggen voor deze publicatie. Dat archief van de firma Prinsen & Van Halder in Haarsteeg en tevens van het overgenomen bedrijf Wagenberg-Festen uit Vlijmen is nu in beheer bij het Streekarchief Land van Heusden en Altena. In een eerste bijdrage wordt door middel van elf tabellen de financiële informatie van de twee bedrijven geanalyseerd. Dat betreft de omzet en winst, inkoop, klanten, balans, kosten van levensonderhoud, arbeid en de prijs van manden. Interessante voorbeelden hiervan zijn, dat op grond van een rekening-courantboek en een bezwaarschrift tegen de oorlogswinstbelasting, de omzet- en winstcijfers van Prinsen & Van Halder over 1908-1919 en van Wagenberg-Festen over 1903-1919 gereconstrueerd konden worden. Ook de omzet en nettowinst van de firma Prinsen & Van Halder Bros over 1921-1929 wordt bekeken. Tevens zijn lijsten te vinden van de grootste klanten in de jaren 1908-1914 en 1921, en van de inkoop van manden bij zelfstandige mandenmakerijen. Het rendement op het vermogen van de Prinsen & Van Halder wordt via een benchmark vergeleken met dat van de firma’s Philips, Unilever en van machinefabriek Jaffa. Ook via een benchmark wordt de balanspost debiteuren vergeleken met het gemiddelde balanscijfer gedurende 1926-1938 van een honderdtal andere industriële ondernemingen.Naast de wijze van vervaardiging van de manden wordt de conjunctuur van de mandennijverheid beschreven. Daarbij wordt aan de hand van literatuur het bedrijf breder ingekaderd. Slechts in beperkte mate viel de productie van manden te mechaniseren, waardoor de sector sterk afhankelijk bleef van handwerk. Oplopende loonkosten in de jaren twintig konden nauwelijks doorberekend worden. Het belangrijkste afzetgebied, Groot-Brittannië, voerde bovendien invoerrechten in en de devaluatie van het pond zorgde voor lagere opbrengsten. En vanaf het moment dat loondalingen werden doorgevoerd waren langdurige stakingen in de jaren twintig en dertig het gevolg. Slechts op enkele momenten konden de bedrijven in die jaren winst boeken.Hoewel de fabriek in Haarsteeg en vier generaties ondernemers centraal staan in het boek, is er ook aandacht voor de arbeiders van de fabriek, en de sociale rol van de ondernemers in het dorp. Uit vraaggesprekken die gevoerd zijn met betrokkenen en omstanders blijkt dat de opkomst van alternatieve verpakkingsmiddelen en de onmogelijkheid om productiviteitsstijging te realiseren, de belangrijkste oorzaken waren die de mandennijverheid teloor deden gaan. Daarbij kwam dan ook nog de concurrentie uit met name China. Geconstateerd wordt dat de ondernemers niet de kans hebben gegrepen hun zaak uit te breiden door hun klanten andere verpakkingsmogelijkheden aan te bieden. Het ambacht van mandenmaker is behalve op braderieën en markten niet meer te vinden in Nederland, het is in zekere mate erfgoed geworden. Een onbekende bedrijfstak uit het verleden wordt hier in dit boek voor het voetlicht gebracht, in een breder kader geplaatst en met een fraaie vormgeving gepresenteerd. Voor historici is de uitgebreide analyse van de financiële informatie interessant, die het mogelijk maken deze bedrijfstak en bedrijf te vergelijken met andere industrieën.

In ruim een eeuw tijd (1840-1960) verdween de mandennijverheid uit Haarsteeg, Vlijmen, Ammerzoden, Kerkdriel en Wijk en Aalburg. Manden vlechten was daar decennia lang een hele belangrijke economische activiteit. De grootste mandenfabriek van het land stond in Haarsteeg. In dit boek wordt aan de hand van het reilen en zeilen rond deze fabriek de opkomst en ondergang van de mandennijverheid in al zijn facetten beschreven. Hoe ontstond dat grootschalig manden vlechten? Waarom kwamen bijna alle manden in Groot-Brittannië terecht? Hoe was de strijd tussen mandenmakers en fabrikanten voor een betere beloning en betere arbeidsvoorwaarden en wat was de rol van de vakbonden? In wat voor wereld speelde die strijd zich af? Wat verdienden fabrikanten en wat mandenmakers met hun inspanningen? Hoe zwaar is dat manden vlechten? De antwoorden leveren een boeiend boek op. Het is de beschrijving van een ambacht dat intussen tot het cultureel erfgoed van al die dorpen gerekend mag worden.

Bespaar portokosten bekijk ook mijn andere advertenties