Johan Goossens - Wie Heeft Er Wél Een Boek Bij Zich ?
Kenmerken
- Conditie
- Zo goed als nieuw
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
een jaar lang leraar op een ROC
176 pagina's
‘Heb je ervaring?’ vraagt de manager.
‘Nee.’
‘Een diploma?’
‘Nee.’
‘Aangenomen, je kunt morgen beginnen. Je hebt dertien klassen.’
Als cabaretier Johan Goossens leraar Nederlands wordt op een ROC in Amsterdam, proberen zijn nieuwe collega’s hem moed in te praten voor de eerste les: ‘Je moet het nooit persoonlijk opnemen!’ zeggen ze. ‘Je moet Hakim meteen apart zetten! En ga nooit met Sharyselle in discussie, want dan ben je verloren.’ ‘En als er iets is,’ drukken ze hem op het hart, ‘dan bel je gewoon de beveiliging...’
In Wie heeft er wél een boek bij zich? heeft Johan Goossens zijn ervaringen in de klas, waarover hij eerder schreef in zijn veelgelezen column in Het Parool, gebundeld. Het is een openhartig, geestig en ontroerend verslag van een jonge leraar die zich begeeft in het oog van de storm: voor de klas op een ROC in de Randstad.
Johan Goossens (1982) won het Groninger Studenten Cabaret Festival en maakte daarna de theatershows A-Boom!, Maandag en Leer mij de mensen kennen. Met deze laatste show, waarin hij ook vertelt over zijn ervaringen voor de klas, werd hij genomineerd voor de Neerlands Hoop-prijs voor het meest veelbelovende cabarettalent.
Voor Het Parool schreef cabaretier Johan Goossens (1982) een column over zijn ervaringen als leraar aan een ROC in Amsterdam. Die columns zijn hier gebundeld. Goossens schrijft geestig en to the point; hij portretteert leerlingen – ter bescherming uiteraard uiterlijkheden en omstandigheden maskerend – met geserreerd gevoel en met aandacht voor opmerkelijke eigenheden. In de eerste columns (en zo ook in de titel) vrees je als lezer een stereotiepe voorstelling van leerlingen, maar al snel blijkt Goossens een hartverwarmend Theo Thijssen-achtig verbond met zijn leerlingen te hebben gesloten, waardoor er liefdevolle portretten ontstaan. Schoolse zaken, aanvankelijke onzekerheid van een leraar, grotestadsproblematiek, multiculturele eigenaardigheden, homoseksualiteit, cabaret en liefdesverdriet passeren de revue. Bezorgdheid is er over het uithuwelijken en verdwijnen van meisjes (de opdracht van het boek luidt: 'Voor Ayada, Kadisha en alle meisjes die verdwijnen'). In dit boek is er voortdurend empathie met de leerlingen, en zo hoort het ook.