252 pagina's
In een rustige straat ergens in een buitenwijk, woont de zeventienjarige Kate Phillips. Zij is zwanger en ongetrouwd. Maar er is geen sprake van schaamte, schandaal of teleurstelling - zo lang niemand iets in de gaten heeft. Kate heeft alleen haar jongere zus Tyler in vertrouwen genomen. Samen hebben zij zich voorbereid op de komst van de baby. Er zijn luiers, kleertjes en een wiegje gemaakt van karton; alles veilig verstop in een slaapkamerkast. Kate verbergt haar gezwollen lichaam onder wijde kleding en gaat gewoon naar school. Sinds het overlijden van haar moeder twee jaar geleden, brengt haar vader steeds meer tijd door bij zijn nieuwe vriendin. Hij besteedt nauwelijks aandacht aan zijn twee tienerdochters.
Soms hoopt Kate dat iemand, wie dan ook, haar geheim ontdekt. En soms hoopt ze dat alles weer goed zal komen als de pasgeboren baby eindelijk in haar armen ligt...
Na de dood van zijn vrouw heeft Davis al snel een nieuwe vriendin zodat hij niet aan zijn verlies hoeft te denken. Intussen heeft hij nauwelijks oog voor zijn twee dochters. De oudste, Kate, raakt zwanger en weet dat met de hulp van haar zus voor iedereen te verbergen. Na de geboorte horen buren de baby huilen. De kinderbescherming wordt ingeschakeld en de baby gaat naar een pleeggezin terwijl Kate en haar zus naar een opvanghuis worden gestuurd. Uiteindelijk neemt Davis de verantwoordelijkheid op zich en durft hij het verdriet om zijn vrouw toe te laten. Het is sober verhaal, geen woord te veel. Heel reeel is de situatie als de bureaucratische molen op gang komt. Op het einde weet Kate dat bij alle ellende de situatie vooral voordelen heeft; zonder baby zouden zij en haar zus ook hun vader zijn kwijt geraakt. Paperback; kleine druk.
