Jan Van Der Wiel - Joep Spikkel Een Veldrit Voor Kampioenen (Hardcover/Gebonden)
Kenmerken
- Conditie
- Zo goed als nieuw
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
Als ik de tekening op de voorkant zie, krijg ik het vermoeden dat de serie is bedacht in de glorietijd van de Raleigh. Onze held, sproeten zichtbaar in zijn gezicht om zijn bijnaam waar te maken, gaat op kop, zijn shirt van zijn club 'Trap met lust' is geel met rood. Joep Spikkel is de held van dit boek, al had ik pas op bladzijde 57 achter dat hij Joep van den Brande heet. Hij heeft dan al de veldrit gewonnen die in de titel beschreven staat en kennis gemaakt met zijn idool Rob Vegter. Het is een leuk verhaal voor de jeugd, al heb ik soms de indruk dat het boek tegelijkertijd moet informeren. Waarom anders kom je een zin tegen als: "Iedereen kon op elk uur van de dag een beroep op hem doen. Of het nu ging om advies over een goed voedingsschema, de juiste trainingsopbouw naar een bela n grijke wedstrijd toe of een probleem van technische aard, oom Frans hielp. Hij had een rijke ervaring als wielrenner en hij was een voortreffelijk mecanicien." Ook de bijnamen die iedereen blijkbaar heeft, komen geforceerd over. Zijn er in Nederland nog echt jochies die elkaar Mug of Sliert noemen? De overwinning in de veldrit is er overigens een in het 4-3 genre, beschreven door Tim Krabbe in 43 wielerverhalen. Vlak voor de start van de wedstrijd krijgt de auto waarin vader ze brengt een lekke band. Fietsend komen ze bij de start aan, 10 kilometer achter de rug en dan ook nog eens achter aan moeten sluiten. Onze held moet dus het hele peloton inhalen om nog mee te kunnen spelen. Natuurlijk lukt hem dat. Of het kwalificeert als eerste wielerroman in dit genre, betwijfel ik. Krabbe is streng in zijn selectie. Al lijkt het heel erg op 0-3 achterliggen en toch winnen. Aan het eind van het boek doet Joep met zijn vrienden mee met een ploegentijdrit, een prachtige b e loning in het vooruitzicht mochten ze winnen. Al met al vond ik het toch wel leuk om dit boek te lezen, ik lees graag kinderboeken, dit boek is daar geen uitzondering op. Ik kan me leukere wielerboeken voorstellen voor de jeugd, maar volgens mij moeten die nog geschreven worden