JAN H. EEKHOUT**DE ZONDERLINGE AVONTUREN VAN MENEER PEACOCK*
Kenmerken
- Conditie
 - Gebruikt
 - Levering
 - Niet van toepassing
 
Omschrijving
JAN H. EEKHOUT
 **DE ZONDERLINGE AVONTUREN VAN MENEER PEACOCK**
 UITGEVERIJ G.F. CALLENBACH N.V. UITGEVER NIJKERK
 ARTIKEL INVENTARIS CODE 0.784
 FORMAAT 200 X 127 X 28 + 270 PGS + 374 GRS
 VERZENDING IN BELGIE 3,95 EURO NAAR NEDERLAND 8,50 EURO
 Jan H. Eekhout (Sluis, 10-1-1900 / Amsterdam, 6-3-1978) was dichter, prozaïst, vertaler (van ondermeer het Gilgamesj-epos) en bloemlezer die lange tijd in Groningen woonde. Hij debuteerde in 1922 in 'De Nieuwe Gids'. 
 In de jaren dertig was hij een van veelbelovende literatoren binnen de zogeheten 'jong-protestanten'. Met de Groningers Bert Nuver, Dirk Verèl en Hendrik de Vries nam hij de redactie over van het in origine Brabantse blad 'Het Venster' (1935-1936) en was medewerker aan o.a. 'Forum' en 'De litteraire revue' (met o.a. Nuver en Verèl, Groningen, 1936-1937). Hij is enige tijd gehuwd geweest met de dichteres Elisabeth M. Reitsma - ze bewoonden een woning in het Zuiderpark, nummer 4. 
 Zijn Duitsgezindheid in de Tweede Wereldoorlog (zo was hij ondermeer samensteller van de bloemlezing Hart van Holland. Een keur uit onze historische zee-lyriek [1942], waarin vele anti-Engelse gedichten uit de Nederlands-Engelse oorlogen uit de 17de eeuw zijn opgenomen) en de overtuigende beschuldiging van plagiaat door G.H. 's-Gravesande in de krant 'Het Vaderland' (juni 1942) inzake Eekhouts roman Leven en daden van pastoor Poncke van Damme in Vlaanderen zullen ertoe bijgedragen hebben dat zijn rol als vooraanstaand literator na 1945 uitgespeeld was. Eekhout zat wegens collaboratie gevangen van 1946-1947 en kreeg een publicatieverbod voor 10 jaar. 
 Over zijn collaboratie publiceerde hij in de roman Vlucht naar de vrijheid.
 Zie www.google.com voor meer over Jan H. Eekhout.
 Dichtbundels: 
 Louteringen, G.W. den Boer, Middelburg, 1927 [herdruk bij Holland, Amsterdam?] 
 Doodendansen, A.J. Bronswijk, Oostburg, 1929 
 Jaspis en Jade, A.J. Bronswijk, Oostburg, 1929 
 Wijn, W.L. en J. Brusse, Rotterdam, 1930 
 In aedibus amoris, in samenwerking met Elisabeth Reitsma, Van Dishoeck, Bussum, 1930 [Groningsche dichters: 1932] 
 Branding, kwatrijnen, Holland, Amsterdam, 1931 
 Doolagiën. Verzen, Stols, Maastricht, 1932 [herdruk bij Holland, Amsterdam?] 
 Klein Credo, Callenbach, Nijkerk, 1934 
 Witte muziek (met Elisabeth Reitsma, ‘middeneeuwsche Indische gedichten [?]), 1935 
 Osmaansche strofen, 1935 
 30 Sonnetten van Michel Angelo, 1935 
 Machten, Holland, Amsterdam, 1936 
 Harmonica. Een reeks strofen, Holland, Amsterdam, 1938 
 Noordlicht, De Schouw, Amsterdam, 1942 
 De zanger van den Nacht, De Schouw, Amsterdam, 1942 
 De betooverde pelgrim. Bloemlezing (ingel. en verz. door R. Houwink), ? 
 Hafische strofen, ? 
 Magie der aarde, ? 
 Solaas. Verzen van hernieuwd geloof, ? 
 Ainyatha. Een mystisch gedicht [Lecuur Repertorium: Ainyahita], Callenbach, ? 
 Kwatrijnen, eigen beheer, Bolsward, 1948 
 Sonnetten in de nacht, eigen beheer, 1948 
 Het goddelijk paard, Callenbach, Nijkerk, z.j.
 In de bloemlezingen:
 Christelijke dichters van dezen tijd, Kok, Kampen, 1931 
 Kent uw dichters!, Meulenhoff, Amsterdam, [1933] 
 Groningsche dichters, De Vrije Bladen, [De Spieghel], [Amsterdam], 1934 
 Het Derde Réveil, Holland, Amsterdam, 1934 
 Nieuwste dichtkunst, Bigot en Van Rossum, Amsterdam, [1934] 
 Kristal, De Spieghel/Het Kompas, Amsterdam/Antwerpen, [1935] 
 Spectrum, Kok, Kampen, 1936 
 Het scheidende jaar, Bosch & Keuning, Baarn, [1936] 
 Nieuwe Nederlandsche Poëzie. Eerste Bundel, J.B. Wolters, Groningen/Batavia, 1936 
 Nieuwe Nederlandsche Poëzie, Tweede Bundel, J.B. Wolters, Groningen/Batavia, 1936 
 Nieuwe Nederlandsche Poëzie, Derde Bundel, J.B. Wolters, Groningen/Batavia, 1936 
 In Bethlehems stal, Neerbosch' Boekhandel en Uitgeverij, Neerbosch, 1936 
 Kristal, Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam, 1937 
 De Dichters van het Jaar, Bigot en Van Rossum, Amsterdam, 1938 
 Moderne Nederlandsche religieuze lyriek, De Tijdstroom, Lochem, 1938 
 Reünie van jong-protestantse dichters, Bosch & Keuning, Baarn, [1939] 
 Dichters van dezen tijd, Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1939 (13de herziene druk) 
 Hunkering en heimwee, Holland, Amsterdam, [1939] 
 Hollands Helicon, J.L. van Schaik, Bepk., Pretoria (Z.A.), 1940 
 Moderne Vlaamsche religieuze lyriek, De Tijdstroom, Lochem, [1940] 
 Groningsche poëzie, Balkema, Amsterdam, 1941 
 In de donkere dagen voor Kersttijd..., Bigot & Van Rossum, Amsterdam, [1941] 
 Dichters van dezen tijd, Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1941 (14de herziene druk) 
 Feesten der Kerk, Uitgeverij C. Blommendaal, ‘s-Gravenhage, 1941 
 Moderne Nederlandsche religieuze lyriek, De Tijdstroom, Lochem, [1942 2de druk] 
 Hart van Holland. Een keur uit onze historische zee-lyriek, De Tijdstroom, Lochem, [1942] 
 Gelaat der dichters, De Amsterdamsche Keurkamer, Amsterdam, 1944 
 Religieuze poëzie, De Tijdstroom, Lochem, [1949] 
 Daar juicht een toon, J.N. Voorhoeve, Den Haag, [1951] 
 Balladen en refereinen, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, [1953] 
 Religieuze poëzie der Nederlanden, Spectrum, Utrecht/Antwerpen, [1954] 
 Vijf eeuwen Nederlandse kerstpoëzie, Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1954 
 De dichter bidt, Kok, Kampen, 1961 
 Carillon, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1963 (9de druk) 
 En het woord was bij God, Lannoo, Tielt/Amsterdam, 1979 
 Opwaartse wegen, een bloemlezing uit de poëzie der jong protestanten (1923-1940), Kok, Kampen, 1986
 bron: Bart FM Droog, november 2000