Douwe stort zich in de wereld van de geesten. Ze zaaien grote paniek in het opvanghuis van Anouk, waar ook Linda is opgenomen. Maar zodra Douwe zich ermee bemoeit, gaat alles in zijn leven fout. Douwe is ten einde raad. Hij kan bij niemand terecht om te praten. Douwe kan nog maar een ding bedenken: vluchten. Weg van het opvanghuis en de geesten, weg van het Rhijnvis Feithcollege, weg uit Zuideroog. Het vierde deel over Douwe in de serie Vlinders, waarin door vier verschillende auteurs vanuit het perspectief van vier verschillende brugklassers die bij elkaar in de klas zitten, een vervolgverhaal geschreven wordt. In dit deel komt Douwe in de puberteit; hij wordt verliefd op alle meisjes in zijn omgeving en ontdekt zijn seksualiteit. Wanneer in het opvanghuis waar Linda woont, geesten verschijnen, raakt Douwe er zo ver in betrokken dat hij vlucht naar Hinke, zijn vriendin in Friesland. Net op tijd schiet zijn vader hem te hulp, als hij juist die dag vrijgelaten is uit de gevangenis. De vier delen over Douwe zijn vervolgverhalen. Het verhaal is in een vlotte stijl geschreven, waarbij Douwes gedachten cursief geplaatst zijn. Voor lezers vanaf ca. 12 jaar.
