120 pagina's
De vader van Sjoerd is stuurman op een schip. Na vier maanden komt hij eindelijk thuis. Met papa erbij lijkt het elke dag feest.
Koos is Sjoerds beste vriend. Samen komen ze op een slimme manier aan drop. En ze laten de pop Todde vliegen als een adelaar. Jammer dat ze Yvonne niet echt de baas kunnen.
Na een tijdje verlangt papa weer naar zijn schip. ‘Als ik thuis ben,’ zegt hij, ‘wil ik varen. En als ik op zee ben, wil ik weer naar huis.’ Sjoerd en zijn broer Paul willen het liefst dat papa aan wal blijft en een manege begint.
Een aantal los van elkaar staande verhaaltjes over een 8/9-jarige jongen, wiens vader, stuurman op de grote vaart, net 7 weken met verlof thuis is. De gebeurtenissen spelen zich af in een dorpse omgeving, rond school en huis. Veel onderwerpen komen aan de orde (ruzie met een klasgenote, een eigen tuintje, buiten spelen, problemen met onderwijzer en boswachter), maar weinig hiervan wordt uitgediept of tot een afgerond einde gebracht. De vele zwart-witte tekeningen zijn wisselend van grootte, meestal getekend vanuit kinderperspectief en ze hebben emotionele zeggingskracht; enkele malen zijn zij onduidelijk of karikaturaal. Het taalgebruik is eenvoudig; leeftijdgenoten van de hoofdpersoon die gewend zijn zelfstandig te lezen, zullen ook dit boekje aankunnen. Vanaf ca. 8 jaar.
