Geoniemen zijn woorden die zijn afgeleid van de namen van dorpen, steden, streken, gebergten, rivieren en landen - woorden dus waar je naartoe kunt reizen. Dit boek behandelt de geschiedenis van ruim 400 van dit soort woorden. Wanneer en hoe kwamen badminton, bikini, krent, mokka of pils in het Nederlands terecht? Wat is de geschiedenis van de plaats en de zaak? Komt het woord ook voor in het Engels, Frans en Duits? Op zulke vragen geeft dit boek een antwoord, dat wordt gestaafd met landkaarten en literatuur en dat tegelijkertijd laat zien hoe spannend en verrassend de geschiedenis van woorden kan zijn. Ewoud Sanders (1958) is historicus, lexicograaf en journalist. Hij is auteur van het Eponiemenwoordenboek en publiceert onder meer in NRC Handelsblad en Onze Taal. Vijf jaar geleden stelde Ewoud Sanders het eerst e Ne derlandse 'Eponiemenwoordenboek' (7e geheel herz. dr. 1993, a.i. 94-04-233-0) samen, en nu komt hij weer met een primeur: in samenwerking met Jaap Engelsman schreef hij het eerste 'Geoniemenwoordenboek'. Zij maakten een keuze uit de naar schatting 1500 woorden in het Nederlands 'die zijn afgeleid van plaatsnamen'. In 133 langere lemmata worden onder meer behandeld: wat betekent het woord, wanneer komt het voor het eerst in het Nederlands voor, indien het van vreemde komaf is, aan welke taal werd het dan ontleend, en, met veel aardige details, waaraan dankt het zijn ontstaan. Als extraatje worden onder een aantal lemmata in een kleiner lettercorps verwante woorden behandeld; zo tref je onder het eerste lemma (abessijn) de angorakat, de cyperse kat en de Manxkat aan. Je zou er natuurlijk onmiddellijk over kunnen beginnen te zeuren waarom de Birmees en de Maltezer kat hier ontbreken, maar dat is een beetje spijkers op laag water zoeken. Na lezing van dit boek is alleen maar te hopen dat er ooit een uitputtend lexicon van geoniemen zal verschijnen.
