Job moet naar de brugklas en dat ziet hij niet zitten. Hij houdt van zijn vrijheid en wil geen wiskunde, Engelsen geschiedenis leren, Ieder uur een andere leraar voor zijn neus lijkt hem ook niet het einde. Bovendien wil hij later boswachter worden en waarom zou je daarvoor studeren als je je hele leven al naast het bos woont? Job bouwt een hut waarin hij na de grote vakantie kan onderduiken, Hij zegt niets tegen zijn broertje 'professor Paul' en tegen zijn zusje Sterre, omdat ze geen geheimen kunnen bewaren. Dan leert job Myrthe kennen. Myrthe is blind en logeert bij haar oma. Job neemt haar wel in vertrouwen, Ze vindt het een idioot plan, 'je vriest dood,' roept ze, maar Job luistert niet. Op een dag laat hij Myrthe zijn hut 'zien'. Ze vinden een half opgerookte sigaret en uit de voorraad is een reep verdwenen. Job heeft een goed verstand, maar hij ziet het totaal niet zitten om naar de brugklas te gaan. Hij wil vrij zijn en peinst er niet over naar gezeur van leraren te luisteren en huiswerk te maken. Tijdens de zomervakantie bereidt hij dan ook een langdurige, eenzame onderduikperiode in z'n geheime boshut voor. Hij raakt bevriend met een blind meisje dat hem aan het nadenken zet over haar ideeën van vrijheid. En hij ontmoet een zwerver die hem tot het besef brengt dat je niet vrij kunt zijn door te doen alsof de rest van de wereld niet bestaat. Job besluit toch naar school te gaan. Aantrekkelijk, boeiend, met vaart en warmte geschreven verhaal, waarin met name de blinde Myrthe met veel invoelingsvermogen is neergezet. Jobs ouderlijk huis, een druk doktersgezin, is eigentijds en harmonieus beschreven. Dat de blinde Myrthe ook nog schuld heeft aan de dood van haar broertje is melodramatisch. Royale bladspiegel, geen illustratie met omslag in kleur. Ook heel geschikt om voor te lezen. Vanaf ca. 11 jaar.
