MarktPlaza

Edward van de Vendel - Slik Gerust Een Krijtje In! (Hardcover/Gebonden)

112x bekeken
5 jaar geleden geplaatst

Kenmerken

Conditie
Zo goed als nieuw
Levering
Niet van toepassing

Omschrijving

alles over de basisschool

121 pagina's

Edward van de Vendel (Leerdam, 1964) groeide als oudste van drie kinderen op in een echt onderwijsgezin: zijn vader was hoofd van een christelijke basisschool en zijn moeder was kleuterjuf. Na de middelbare school in Culemborg, waar hij lid was van het schoolcabaret en liedjes ging schrijven, studeerde hij aan de Pedagogische Academie en richtte hij samen met anderen een eigen school op in Heemstede. Vier jaar lang was hij daar directeur, toen wilde hij zelf weer voor de klas en ging hij lesgeven op een school in De Groeve. Van de Vendel woont nu in Rotterdam. Hij geeft gastcolleges op de Hogeschool van de Kunsten in Utrecht, geeft lezingen over zijn eigen werk en hij schrijft: gedichten, toneel, jeugdromans en non-fictie. Zijn eerste gedichten schreef hij tijdens zijn studie. Hij publiceerde ze in de Blauw Geruite Kiel, de jeugdbijlage van Vrij Nederland. In 1996 verscheen zijn eerste bundel, Betrap me. Voor Gijsbrecht, de bewerking van het drama van Vondel uit 1637, ontving hij in 1999 de Gouden Zoen en ook zijn eerste jongerenroman, De dagen van de bluegrassliefde, werd bekroond met de Gouden Zoen. Dom konijn werd in 2001 bekroond met een Zilveren Griffel. Ons derde lichaam werd bekroond met een Gouden Zoen en voor Opa laat zijn tenen zien ontving hij een Zilveren Griffel. Het boek Sofie en de pinguïns, dat hij samen met Floor de Goede en Ype & Willem maakte, kreeg in 2011 de Pluim van de Senaat van de Kinderjury. Edward van de Vendel kreeg grote bekendheid door zijn vrolijke Superguppie-kinderliedjes. Superguppie werd bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs, een Zilveren Griffel en een Vlag en Wimpel voor de illustraties. Hij schreef ook het Kinderboekenweekgeschenk voor 2005: Wat rijmt er op op puree? Edward van de Vendel was ook de initiatiefnemer van de Slash-serie, waarvoor hij in 2008 het eerste deel schreef: De gelukvinder.

Wat is het belangrijkst in het leven van elk kind: de school! Iedereen moet ernaartoe (je kunt lezen wat een struikelend paard daarmee te maken heeft) en de meeste kinderen doen dat met plezier. Niet voor niets willen veel kinderen meester of juffrouw worden. De basisschool is leuk, en er is veel spannends over te lezen.Edward van de Vendel weet alles van de basisschool. Hij is het kind van een onderwijzersechtpaar, ging naar de pedagogische academie en richtte samen met anderen zijn eigen basisschool op. Hij stond voor de klas en was schooldirecteur. Wat er achter de schermen van de school gebeurt kan hij prima vertellen. Waarover wordt er gepraat in 'het kamertje' van de meesters en juffen? Wat gebeurt er na schooltijd en als de inspectie langskomt? Hoe wordt het schoolreisje georganiseerd, en wat zijn de favoriete bestemmingen? Maar hij weet ook hoe meesters en juffen ervoor zorgen dat het leuk is in de klas (of juist helemaal niet). Wat voor trucjes gebruiken ze om orde te houden, en wat moeten ze juist niet doen (zie de top-10 van slechte eigenschappen)?Slik gerust een krijtje in gaat ook over de geschiedenis van de basisschool. Hoe de school ooit is begonnen en wat er de laatste eeuw allemaal veranderd is. En over al die verschillende scholen: Freinet-, Jenaplan- en Montessorischolen bijvoorbeeld. Wat leren kinderen daar? Hoe zit het met zwarte en witte scholen, en wat doen kinderen van ouders die het niet eens zijn met de bestaande scholen? Kortom, echt alles over school.

Informatief boek over het reilen en zeilen op een basisschool. De auteur, zelf directeur van een basisschool, gaat ervanuit dat kinderen aan het einde van de basisschool geinteresseerd zijn in de antwoorden op vragen als wie er nu eigenlijk met een school begonnen is, wat kerndoelen zijn, welke schoolsoorten er zijn, wat leerkrachten in de personeelskamer bespreken, wat de taak van een schoolinspecteur is, waarom toiletten altijd zo stinken, welke eigenschappen een goede leerkracht zou moeten hebben en nog veel meer. Per hoofdstuk wordt een thema behandeld waarbij de jeugdige doelgroep direct wordt aangesproken ('medezeggenschapsraad is een tienlettergrepig woord'). In de kantlijn staan regelmatig 'leuke' en aanvullende informatieve anekdotes. Het taalgebruik is modern, maar erg populair, de (soms paginagrote) zwartwitillustraties zijn komisch bedoeld. Aan deze uitgave zijn een 'schoolwoordenlijst', een register en een literatuurlijst toegevoegd. Vanaf ca. 11 jaar.