MarktPlaza

DE VIJF ROEIERS - Simon Vestdijk

62x bekeken
9 maanden geleden geplaatst

Kenmerken

Conditie
Nieuw
Levering
Ophalen of verzenden

Omschrijving

Aangeboden door CDJK

DE VIJF ROEIERS
Simon Vestdijk

 In dit verhaal beschrijft Vestdijk de wederwaardigheden van vijf mannen, die zich op een dag in 1869 bevinden in het dorpje Lomanagh, ergens aan een baai. 
Owen Conic is een armoedige marskramer, die naast huishoudelijke benodigdheden ook historische en heilige voorwerpen verkoopt. 
John Mac Namara, een seminariestudent, bezoekt zijn moeder om haar te vertellen dat hij geen priester wil worden. 
Shaun O´Keefe is visser en koestert een grote haat tegen de wereld omdat hij mismaakt is en zijn familie hem slecht heeft behandeld. 
Maurice O´Flanagan is de knappe maar ook wat naïeve zoon van een rijke boer, die door de pastoor een huwelijk ingepraat wordt. 
Pat O´Hara tenslotte werkt voor de rentmeester van de Britse landheer die een prachtig huis heeft aan de overkant van de baai. 
Hij bewondert deze baas en raakt daardoor in een loyaliteitsconflict, omdat hij ook in de verzetsbeweging actief is.

In het eerste deel van de roman worden deze vijf hoofdrolspelers geïntroduceerd, waarbij Vestdijk een verteller inzet, die dicht op de huid van de figuren zit. 
Owen Conic is van de vijf de meest complexe figuur. Hij is trots op zijn land, waar hij een mystieke verering voor koestert. Hij is bijna altijd van huis om zijn vrouw en kinderen te ontlopen. In elk dorp probeert hij een vrouw te versieren, zodat hij altijd gratis onderdak kan krijgen. 
In zijn onaangepastheid is Conic in eerste instantie een onsympathieke botterik, maar naarmate het verhaal vordert wordt hij steeds meer een visionair.

Conic peinsde: nu geloven die vissersknapen, dat ik aan mijn moeder gedacht heb. Zij zouden nooit begrijpen, dat het niet eens de moeders van andere Ieren waren, arme, ploeterende, door heimwee gekwelde ballingen, die dit lied aan zijn boezem hadden ontlokt. Hij had slechts gehoorzaamd aan een diepe traditie. Liederen, waarbij geschreid moest worden, waren ondenkbaar zonder de naam ‘moeder’. Deze naam behoorde in sluipkroegen en bordelen te weerklinken, zo mooi, dat niemand meer wist hoe hij zich houden moest in de achterbuurten van Cork bij avond, wanneer de boeven hun vrouwen over het puin met messen nazaten of drommen landverhuizers misleidden en bestalen, wanneer de tienjarige meisjes zich aan matrozen en Spaanse haringvissers gaven voor een halfpenny, wanneer de rivier en de haven stonken van de olie der raderboten, en de reders hun winsten besomden in de hoge kantoorhuizen, met gevels even buikig as zijzelve. Dan schrokken zij op, de machtigen, want Owen Conic was zingende voorbijgegaan, onder een bijna zuidelijke avondhemel.
John Mac Namara, de zoon van een arts, heeft besloten dat hij zijn talenten beter in dienst van Ierland kan stellen door jurist te worden. Het priesterschap ziet hij als een doodlopende weg. Voor gewelddadig verzet acht hij zichzelf niet geschikt, maar wel wil hij verzetsstrijders verdedigen en daarmee ‘tegen de stroom opzwemmen, en opeens bóven de stroom zwemmen.’ Tegenover zijn moeder verzwijgt hij deze reden om het priesterschap vaarwel te zeggen en hij laat haar in de waan dat hij het celibaat niet kan volhouden.

In de loop van de avond treffen ze elkaar in café The Flying Bull, waar nog een zesde belangrijke figuur haar intrede doet: Moyna Donovan, dochter van de cafébaas. 
Zij is een onafhankelijke, aantrekkelijke vrouw, die veel seksuele relaties onderhoudt. 
Owen Conic voelt zich onmiddellijk tot haar aangetrokken en komt geheel onder haar invloed. 
Ze daagt hem uit om naar de overkant van de baai te roeien en daar – als protest – de ramen van het landhuis van in te gooien. 
Dit lijkt een futiel gebaar, maar in de roman staat het symbool voor het niet-accepteren van de Britse autoriteit!!
Onder invloed van veel whisky, heftige discussies en een spookverhaal, stijgt de stemming zodanig dat John, Shaun, Maurice en Pat samen met Conic in een roeiboot stappen. 
Omdat Pat het terrein rond het landhuis goed kent, leidt hij hen – eenmaal aan de overkant aangekomen – snel naar het grote huis. 

Hier lopen ze tegen een groep gemaskerde leden op van een veel gewelddadiger verzetsonderdeel, die ze echter weten te overmeesteren. Ook lijken ze nog getuige te zijn van een moord, waardoor hun gehele missie uiteindelijk mislukt. 
Als bange hazen roeien ze terug naar Lomanagh. 
Omdat ze de roeiboot ‘geleend’ hadden, worden de vijf bij aankomst door de politie opgepakt en in een smerige cel gezet.

Uitgave Nijgh en Van Ditmar
Paperback, 249 pagina's
In NIEUWSTAAT