Ferdinand Oyono
172 bladzijden
Kosmos, 1980
ISBN 90 215 0985 7
ingebonden, harde kaft
==============================
Van de achterzijde:
Dit is het dagboek van Toundi Ondoua die halverwege deze eeuw werd geboren in een hut in de rimboe van Afrika en wiens voorouders menseneters waren, die op een missiepost leerde lezen en schrijven, tafeldienen en schoenenpoetsen, maar ook dat men zijn medemensen niet als dieren mag beschouwen en die als huisknechtje van een Franse bestuursambtenaar ondervond wat al deze verworvenheden waard waren.
recensie
Een brokje koloniaal verleden, zoals het beleefd werd door de autochtone bevolking, in dit boek toegespitst op de verhouding tussen een bestuursambtenaar in Kameroen en diens huisjongen. Toundi is voor zijn strenge vader gevlucht en heeft zijn toevlucht gezocht op een missiepost. Na het overlijden van 'zijn' pater komt hij als huisjongen bij een Frans bestuursambtenaar terecht. Hoewel hij zijn werk goed doet, haalt hij zich het ongenoegen van de vrouw van de commandant op zijn nek. Aan de ene kant in het verhaal de blanken die ongestoord hun hypocriete gang te kunnen gaan en nauwelijks weet hebben van wat er onder de Afrikanen leeft, aan de andere kant de Afrikanen wie niets van het blanke doen en laten ontgaat maar die zich in hun lot schikken. De spiegel die ons wordt voorgehouden laat een van superioriteitswaan vertrokken mensbeeld zien. In zeer directe taal beschrijft Toundi zijn belevenissen, ook waar het om lichamelijke functies gaat.
NBD|Biblion recensie
