CL 351: Jo Goodman - Goudkoorts

Grey Janeway had geen verleden, tenminste hij kon zich niets herinneren. In het nieuwe Westen deed iemands verleden er ook niet toe. Wat je van jezelf gemaakt had, dat was belangrijk. In het schitterende San Francisco ten tijde van de goudkoorts was hij hard op weg de grote heerser van een welvarend hotel en casino te worden. Toen hij de helderziende - en wonderschone - vrouw ontmoette met de priemende ogen die recht in zijn ziel leken te kijken, wist hij dat hij goud had gevonden. Terwijl ze met haar bijzondere talent volle zalen voor hem trok, vulde haar tederheid een andere leegte. Maar, zoals Grey snel zou leren, alles had zijn prijs, ook de liefde. Berkeley Shaw was helderziend. Op verzoek van Colin en Decker Thorne vertrok ze naar het Westen om hun jongere broer te zoeken. Ze vond er een meedogenloze stad waar haar gave de hebzucht van anderen opwekte. Toen het lot haar in de richting dreef van Grey Janeway, een man van wie gezegd werd dat hij kreeg waar hij zijn zinnen op zette, ontdekte Berkeley waarvoor ze gekomen was, maar ook een liefde die haar al haar moed kostte... en haar hart.