380 pagina's
Christiaan Alberdink Thijm, advocaat-specialist op internetrecht te Amsterdam, schreef als debuut een “legal novel”. De hoofdpersoon Eppo Boetzelaar is advocaat in opleiding. Hij gaat met zijn patroon, letselschadeadvocaat Foekje de Jong, van een klein kantoor in de binnenstad mee over naar het meest prestigieuze kantoor van het land, Schwaab & Helvoeth. Gedreven door ambitie en niet gehinderd door zelfreflectie en eerlijkheid stijgt zijn ster snel. Boetzelaar maakt grote fouten, bouwt zijn kasteel op leugens, verzwijgt die en raakt in de onvermijdelijke val, waarin hij het kantoor meesleept. Het draait uit op een procedure van Schwaab & Helvoet tegen Boetzelaar, die hij zonder hulp wil afronden. Het verhaal, geen sleutelroman, wordt goed en in verzorgd Nederlands verteld, met veel oog voor de realiteit van de advocatuur en heel reele personages. Alberdink Thijm bouwt een mooie spanningsboog op die niet helemaal onverwacht uitmondt in redding door degene die hij veronachtzaamde: Foekje. Een zeer verdienstelijke roman op een gebied waarover weinig geschreven is. Kleine druk.
