Bundel met ruim veertig korte verhalen, al eerder verschenen in twee aparte bundels (Eén april kikker in je bil; Wie praat daar met de poes). Hoofdpersonen zijn in alle verhalen Els en/of Henk, die allerlei gewone of gekke dingen beleven, meestal spelend in de dagelijkse kinderwereld. Het zijn vaak grappige verhalen, soms met een ernstige ondertoon. De hoofd- en bijfiguren komen duidelijk uit de verf. De verhalen zijn eigentijds, hier en daar worden geijkte rolpatronen doorbroken (bijv. de 'kleutermeester'). Het taalgebruik is eenvoudig, de meeste zinnetjes zijn kort, maar het geheel is toch prettig leesbaar. Er wordt veel dialoog gebruikt. De humor speelt een voorname rol in de verhaaltjes. Voornamelijk kleine, grappige zwart-wit illustraties, waarin vaak een belangrijk moment uit het verhaal wordt weergegeven. Degelijk uitgegeven boek dat er fleurig en verzorgd uitziet. Allereerst een heerlijk voorleesboek voor kleuters, maar het is ook geschikt voor 7 à 8-jarigen om zelf te lezen.
