Aangeboden door CDJK
BROOD EN SPELEN
door Bart Chabot
'Brood en Spelen', het derde boek alweer van Chabot over de scene rondom Brood is opnieuw een dikke pil.
Het is een nogal hardcore drugsboek geworden, behoorlijk monotoon, bij lange na niet die joy ride van energie en levenslust die van het vorige deel 'Broodje gezond' zo'n feestelijk leesavontuur maakte.
'Brood en Spelen' handelt over de jaren 1998-2000, als Bart Chabot Herman Brood vergezelt op een lange theatertournee. De derde deelnemer aan het literaire variétéprogramma Apocrief is de Rotterdamse dichter Jules Deelder.
Het gezelschap trekt volle zalen, al is het publiek vaak verbijsterd door de spontane «performances» en klagen recensenten en theaterdirecteuren over het gebrek aan theatrale vormgeving.
Brood draait voornamelijk op zijn roem, en wordt in het theater als een soort levend kunstwerk binnengehaald.
Van Zoetermeer tot Heerenveen vergaapt het publiek zich aan zijn luier.
Zowel Brood als Deelder verkeren voor de hele duur van het boek onder invloed van Extreem Gevaarlijke Drugs, net als de gehele entourage van het trio, een ruim dertig man tellende hofhouding van lieden met onbestemde functie.
De enige die niet onder invloed is, is schrijver Chabot zelf, en die afstand is in zijn boek merkbaar.
Het effect is dat zowel Brood als Deelder een karikatuur van zichzelf blijft.
Ze vuren constant speedmonologen op elkaar en op het publiek af, die Chabot als trouwe secretaris ijverig maar ook enigszins klinisch noteert. Het paradoxale resultaat is een drugsboek zonder roes.
Als je te veel hoofdstukken achter elkaar leest, begint zich een soort zeeziekte te manifesteren.
Een handicap vormen ook de omgevingsfactoren. Het rigide schema van een theatertoer leidt automatisch tot veel herhaling, en de ene show lijkt al snel op de andere. Bovendien is de chemie tussen Deelder en Brood 'twee diva's uiteindelijk' in het boek niet erg actief. Chabot had zijn manuscript kunnen bekorten om hetzelfde verhaal te vertellen.
Dat laat onverlet dat er voor de liefhebber weer veel valt te genieten. De lange monoloog van Brood over een 'gedroomde?' ontmoeting met William Burroughs, de peetvader van de Beat-generatie, doet denken aan de absurde humor van de jonge Dylan. Ook werpt Chabots derdeling meer licht op Broods gedachten rond zijn zelfverkozen levenseinde.
Uitgave Nijgh en van Ditmar,
Gebonden HARDCOVER, 670 pagina's
In NIEUWSTAAT