Michael Colter, een Amerikaanse ontwikkelingswerker in Beiroet, wordt gegijzeld door de Islamitische Revolutionaire Factie, een volslagen onbekend groepje Libanese vrijheidsstrijders. Met deze gijzeling wil de groep de Amerikaanse regering dwingen haar Midden-Oostenpolitiek te wijzigen, om hun eisen kracht bij te zetten, laten de strijders twee vingers van Michael bij de Amerikaanse ambassade bezorgen. Een paar dagen later volgt zijn linkeroor.... Maar de verkiezingen staan voor de deur en de president van de VS is niet happig op maatregelen die zijn imago zouden kunnen schaden. Er gebeurt dus niets. Reden voor Julia Colter, Michaels zuster en journaliste bij The New York Times, om zelf in te grijpen. Woedend en gefrustreerd reist zij af naar Libanon, een verscheurd land waar het gevaar om elke hoek loert. In de chaos van Beiroet loopt elk spoor dat zij volgt aanvankelijk dood...Totdat zij een gruwelijke waarheid ontdekt en moet rennen voor haar eigen leven...
In Libanon wordt een Amerikaanse ontwikkelingswerker ontvoerd door een onbekende terroristische organisatie met als doel de Amerikaanse regering te dwingen tot een wijziging van haar Midden-oostenpolitiek. Zijn zuster, een journaliste van The NY Times, vindt dat de regering te weinig doet en probeert zelf haar broer te vinden. In Amerika zijn de verkiezingen op handen en de veiligheidsadviseur van het Witte Huis denkt dat de president zijn kansen op herverkiezing kan verbeteren door een fiks bombardement op Libanon. Daarvoor moet natuurlijk wel een aanleiding zijn en daarom heeft de adviseur samen met enkele ultrarechtse vrienden uit het leger zelf de ontvoering op touw gezet. Zeer onwaarschijnlijk verhaal, dat bovendien ontsierd wordt door tal van toevalligheden (achternagezeten door de slechterikken komen de ontvoerde en zijn zuster in een hutje waarin net de ingang is van een tunnel naar een Palestijns vluchtelingenkamp). De zuster wordt voorgesteld als een harde journaliste
