BAUDELAIRE**LES FLEURS DU MAL**EDITIONS VERDA
Kenmerken
- Conditie
- Gebruikt
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
BAUDELAIRE
**LES FLEURS DU MAL**
EDITIONS VERDA
11, CITE DUPETIT-THOMAS, 11 PARIS
ARTICLE INVENTAIRE CODE 8.353
FORMAT 188 X 123 X 25 + 312 PGS + 303 GRMS.
EXPEDITION EN BELGIQUE 3,95 EURO
**SUCCESS IS A JOURNEY, NOT A DESTINATION.**
dixit BEN SWEETLAND.
Joseph-François Baudelaire, Charles' vader, was een ontwikkeld man, een uitgetreden priester die warm liep voor de ideeën van de Verlichting en een liefhebber was van de schilderkunst. Toen Charles zes jaar was, overleed zijn vader. Zijn moeder hertrouwde met een bataljonscommandant, generaal Aupick. Al snel groeide tussen beiden een groot gevoel van wederzijds onbegrip. In 1836 werd hij ingeschreven in het Collège Louis-Legrand in Parijs waar hij in 1839, om een kleinigheid tijdens de filosofieles, van het lyceum werd gestuurd. Hij ging vervolgens het leven leiden van een bohemien, had talrijke vriendinnen en stak zich diep in de schulden.
In 1841 legde generaal Aupick hem een bootreis naar Indië op. Charles brak zijn reis echter halverwege af, en vanuit Mauritius keerde hij met een andere boot terug. Gedichten als A une Dame créole, L'albatros en Parfum exotique zijn op deze reis geïnspireerd.
In 1842 eiste hij het vruchtgebruik van zijn fortuin op; de helft hiervan joeg hij er in twee jaar doorheen. Hij ontmoette de mulattin Jeanne Duval die hem onder andere inspireerde voor Le serpent qui danse en Parfum Exotique.
Hij vond werk als journalist-satiricus en kunstcriticus en begon in 1843 aan het schrijven van Les fleurs du mal, zijn bekendste dichtbundel. In 1847 publiceerde hij de novelle La Fanfarlo. Daaruit blijkt al zijn minachting voor zijn omgeving, zijn zelfhaat én zijn oververfijnde geest.
In zijn verslagen van de Salons van 1845 en 1846 schreef hij: "Wie Romantiek zegt, zegt moderne kunst, dat wil zeggen: innerlijk, spiritualiteit, kleur, een streven naar het oneindige met alle middelen die de kunst biedt."
Baudelaire was atheïst. Tijdens de revolutie van 1848 stond hij op de barricaden. Hij was er echter vooral op uit zijn stiefvader neer te schieten. Teleurgesteld in de uitloop van de revolutie trok Charles weg uit Parijs en trachtte hij de kost te verdienen bij regionale dagbladen. Poe was net door zwaar drankmisbruik om het leven gekomen en Charles zag het als zijn taak om elk verhaal van de grote Amerikaanse schrijver in het Frans te vertalen en vestigde daarmee, zowel in Europa als Amerika definitief Poes status. Daarin vond Baudelaire de esthetica van de pure poëzie: het gaat niet om l'art pour l'art (de kunst om de kunst) maar om schoonheid, die via de fantasie wordt waargenomen. Baudelaire wordt beschouwd als de voorloper van het decadentisme.
Onder invloed van De Maistre en Poe ging zijn revolutionair romantisch vuur over in een zeker conservatisme. Hij vertaalde onder andere Poes Fantastische vertellingen en ook diens Poetic Principle.
In 1857 verscheen de eerste uitgave van Les Fleurs du mal. Er brak een vruchtbare periode aan, maar ook een periode vol bitterheid en wanhoop.
In 1864 vestigde hij zich in Brussel, waar hij zijn verzameld werk hoopte te kunnen laten uitgeven. Toen dat niet lukte, schreef hij in zijn verbittering het pamflet Pauvre Belgique!
In 1869 verscheen de bundel Le spleen de Paris waarin vijftig prozagedichten staan afgedrukt.
Tegen het eind van zijn leven leed hij aan stoornissen van het centrale zenuwstelsel, die zich uitten in afasie en verlammingsverschijselen. Baudelaire stierf in 1867 te Parijs.
[bewerken] Betekenis voor de literatuur
In de Franse literatuur wordt Baudelaire als één van de belangrijkste dichters van de 19e eeuw beschouwd. Doorgaans wordt hij tot de symbolisten gerekend, maar in feite bevindt hij zich op een kruispunt van alle stromingen van die eeuw. Er zijn zowel duidelijke elementen uit de Romantiek als uit het Realisme te vinden, net zo goed als dat de 20e eeuwse stromingen een doorontwikkeling zijn van zijn werk.
Een van de symbolistische trekken van zijn werk is het samensmelten van de vorm en de inhoud. De klanken van zijn gedichten verlopen alle ritmisch en in overeenstemming met wat de inhoud over probeert te brengen. Dit ziet men terug in zijn meesterwerk Les Fleurs du mal, maar ook in een werk als Le Spleen de Paris.
Geselecteerde werkenzie ook het artikel over Les fleurs du mal
Salons (1845-1859)
Journaux intimes (1851-1862)
Les Paradis artificiels (1860)
Curiosités esthétiques (1868)
Réflexions sur quelques-uns de mes contemporains (1862)
Richard Wagner et Tannhaüser à Paris (1862)
Le Peintre de la vie moderne (1863)
L'œuvre et la vie d'Eugène Delacroix (1863)
Mon cœur mis à nu (1864)
L'art romantique (1869)
La Fanfarlo (1847)
Du vin et du haschisch (1851)
Les Fleurs du mal (1857)
Fusées (1867)
Petits poèmes en prose ou Le Spleen de Paris (1862)
[bewerken] Externe links
Association Charles Baudelaire
Werken van Baudelaire op Wikisource
Œuvres de Baudelaire: textes avec concordances et liste de fréquence
Mediabestanden
Voor meer mediabestanden zie de categorie Charles Baudelaire van Wikimedia Commons.