Musje houdt van Baby, die stiekem door het raam van haar kamer klimt. Fikkie is ook haar beste vriend. Hij heeft een verrassing maar hij laat haar vreselijk schrikken. Ze is bang dat hij naar de gevangenis moet. De moeder van Musje is net weer thuis. Wordt zij niet vang voor Baby, Fikkie, muizen, oorlog, ongelukken, stoere mensen, een dronken man, een overstroming?
Musje is een bijzonder meisje, een onvoorspelbaar kind. Musje leeft in haar eigen wereld en kijkt van daaruit naar de haar omringende wereld, die ze vaak angstaanjagend en onbegrijpelijk vindt. Musje denkt, fantaseert en droomt veel en graag en schuwt grote onderwerpen als God en dood niet. Haar reacties zijn naïef en openhartig. Musje heeft een nauwe band met haar moeder, die pas terug is uit een psychiatrisch ziekenhuis waar ze was omdat ze 'overal bang voor was' (zie: 'Musje, het meisje van de zon', a.i. 95-28-041-3) en voelt zich soms verantwoordelijk voor haar. Het zal voor de meeste kinderen moeilijk zijn zich in de denkwereld van Musje in te leven. Het boek is daardoor niet erg toegankelijk, maar heeft veel fijnzinnige denkstof te bieden aan de lezer die wel door Musje gegrepen wordt. Korte getitelde hoofdstukken, fijnzinnige zwart-wittekeningen. Roze omslag met dito tekening. Vanaf ca. 10 jaar.
