311 pagina's
José Cantoná doet weinig anders met zijn leven dan wodka drinken en wat rondhangen. Dat verandert wanneer de oppositieleider wordt neergeschoten en er dringend behoefte is aan iemand die zijn plaats kan innemen tot de verkiezingen voorbij zijn. Door zijn treffende gelijkenis is José de uitgelezen kandidaat. Met zijn geliefde en zijn lijfwacht aan zijn zijde overstijgt hij zichzelf en groeit hij onverwachts uit tot held.
De hoofdpersoon is een vadsige nietsnut, totdat de leider van de oppositie in het denkbeeldige land Miranda – dat opvallende gelijkenissen vertoont met Colombia – wordt vermoord. Zijn naaste aanhangers besluiten te doen alsof de oppositieleider de aanslag heeft overleefd en laten de nietsnut – die toevallig erg op hun leider lijkt – zijn rol spelen. Maar als hij deze rol opeens serieus gaat opvatten, proberen ze weer van hem af te komen. De president, die in het boek Fluit heet, maar Uribe zou kunnen zijn, of om het even welke corrupte, Zuid-Amerikaanse dictator, blijft aan de macht door geheime deals te sluiten met moordeskaders, drugsbaronnen en last but not least dezelfde oppositie die hem van alles en nog wat beschuldigt. Der auteur (Bogotá, 1974) heeft een spannende politieke satire geschreven, die losjes gebaseerd is op de recente historie van Latijns-Amerika. In 2010 won hij de prestigieuze Premio Herralde voor dit boek, zijn derde roman. Kleine druk.
