Als jong meisje helpt Arlette Colmaer haar moeder Clarissa, die het huishouden verzorgt voor enkele oude mannen in het dorp. Een van hen is Beer, die in de loopgravenoorlog gestreden heeft en denkt dat hij onsterfelijk is. Vrouwen vormen zijn obsessie. Hij probeert de onbevangen Arlette te verleiden, maar zij weet hem telkens af te weren. Tot het moment dat hij haar toch te pakken krijgt. Het is een gebeurtenis die tegenstrijdige gevoelens oproept waardoor Arlette in verwarring raakt. Tot aan haar dertigste is er niemand met wie ze erover spreken kan. De eerste roman van deze 46-jarige Vlaamse auteur, 'Mijn Peepee' (a.i. 96-50-365-3), kreeg heel wat positieve recensies in Vlaanderen en Nederland en werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 1997. De hoofdfiguur in haar nieuwe roman is opnieuw een jong mei s je dat met de raadsels van het leven geconfronteerd wordt. Arlette helpt al vroeg haar moeder die het huishouden verzorgt voor enkele oude mannen uit het dorp. Over haar moeder wordt verteld dat ze geregeld een slippertje maakt, ook met haar oude klanten. Vooral Beer, die in de loopgraven heeft gevochten en droomt dat hij onsterfelijk is, is een onverbeterlijk rokkenjager. Als kind al is Arlette bij hem niet veilig, maar ze kan keer op keer aan zijn verleidingspogingen ontkomen. Tot ze als puber bezwijkt en kapot gaat aan de tegenstrijdige emoties die dit bij haar oproept. Het zal tot haar dertigste duren voor ze er ook maar met iemand over kan praten. Het verhaal is vooral psychologisch sterk uitgebouwd en kan - mee door de vlotte, soepele vertelstijl, met veel sprankelende dialogen - een ruim publiek boeien. Verzorgd uitgegeven.
