Annie M.G. Schmidt - 's Avonds Laat (Hardcover/Gebonden)
Kenmerken
- Conditie
- Gebruikt
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
Anna Maria Geertruida Schmidt werd geboren op 20 mei 1911 in Kapelle op Zuid-Beveland (Zeeland). Na de middelbare school, de HBS in Goes, ging ze naar Den Haag om een notariaatstudie te volgen, maar die ruilde ze al snel in voor een cursus steno en typen bij Schoevers. In 1930 werkte ze een poosje als au pair in een gezin in Hannover. Terug in Nederland werd ze bibliothecaresse en in 1941 directrice van de Openbare Bibliotheek in Vlissingen. Daarna ging ze voor Het Parool werken. Vanaf 1948 schreef ze wekelijks een column voor volwassenen en versjes voor kinderen voor de krant.
Annie M.G. Schmidt debuteerde al in 1938 met twee gedichten in het tijdschrift Opwaartsche Wegen, maar pas na de oorlog begon haar carrière echt. In 1950 verschenen drie bundels: En wat dan nog?, Het fluitketeltje en Brood en Mangelpers. Het fluitketeltje was haar eerste boek voor kinderen. Daarna begon ze met het schrijven van de verhaaltjes over Jip en Janneke, waarvoor Fiep Westendorp de tekeningen maakte, en vertaalde ze met Han G. Hoekstra de Gouden Boekjes. Later verschenen Abeltje, Wiplala, Minoes, Pluk van de Petteflet, Otje en nog veel meer boeken die nu allemaal klassiek zijn geworden. Voor volwassenen schreef ze columns, cabaretliedjes en teksten voor radio- en televisieseries, zoals Ja zuster, nee zuster.
Voor haar werk kreeg ze veel waardering. In 1965 ontving zij als eerste de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur (nu de Theo Thijssenprijs). En voor haar hele oeuvre kreeg ze in 1987 de Constantijn Huygensprijs. Maar het mooiste was toch toen zij in 1988 uit handen van Astrid Lindgren de hoogste internationale prijs kreeg die er voor kinderboeken bestaat: de Hans Christian Andersenprijs.
Op 21 mei 1995, in de nacht na haar vierentachtigste verjaardag, stierf Annie M.G. Schmidt. Ze heeft één zoon, Flip van Duijn. Er is een aantal boeken over haar geschreven, waaronder een biografie door Annejet van der Zijl: Anna.
Wanneer het buiten donker wordt, dan komt de witte maan.
Dan worden in de huizen de gordijntjes dichtgedaan.[...]
Dan slaapt het witte koetje en dan slaapt het zwarte hondje.
En al de kleine kindjes met hun vinger in hun mondje
en al de kippetjes zijn zo moe, zo moe van 't buiten spelen...
Dan komt dat gekke mannetje, dat de dromen uit moet delen.
Als de maan aan de hemel verschijnt, gaan de mensen en de dieren naar bed om te slapen. Een gek vliegend mannetje bezorgt hen rare, lieve en vrolijke dromen. Marije Tolman (bekend van onder meer ‘De boomhut’) liet zich door dit versje voor het slapengaan inspireren tot een droom van een prentenboek. Haar illustraties in gemengde techniek vullen steeds twee pagina’s. Meestal staan daaroverheen twee rijmende regels, soms slechts één. Tolman brengt het verhaal tot leven in kleurrijke en fantasievolle prenten. Dat ze van stapelen, van het verticale houdt, blijkt ook in dit boek weer, bijvoorbeeld uit het boombed van de dikke timmerman en het stapelbed van bedjes in de vorm van honden. Ook de kippetjes hebben een toepasselijk onderkomen, ze liggen in eitjes als in een bedstee. Tolman laat de diverse personages terugkeren in elkaars dromen. Kijk daarom niet gek op van een papegaai te paard of vliegende biggetjes! Vanaf ca. 3 jaar.