ALBE=RENAAT A. JOOSTENS*1.ORNELLA2.ENGRACIA MARIA3.AURITA
Kenmerken
- Conditie
- Gebruikt
- Levering
- Niet van toepassing
Omschrijving
ALBE=RENAAT A. JOOSTENS .
***OMNIBUS -TRILOGIE VAN DE ZUIDERZON.***
** 1. ORNELLA 2. ENGRACIA MARIA 3. AURITA.**
D.A.P. REINAERT UITGAVEN BRUSSEL HARDCOVERIN SKY!!!
ARTIKEL INVENTARIS CODE 30.502
FORMAAT 193 X 130 X 35 + 460 PGS + 542 GRS.
VERZENDING in BELGIE 5,50 naar NEDERLAND 8,50 EURO.
Albe werd als Renaat Joostens te Mechelen geboren op 8 juni
1902.
Deze dichter, novellist, toneel- en romanschrijver
debuteerde met de dichtbundel "Praeludium" (1930) en werd
bekend met "Paradijsvogel" (1932). Al zijn poëzie, tot zijn
laatste bundel "Midzomerse miniaturen" (1967) toe, was sterk
religieus getint.
Tot zijn bekendst proza behoren de romans "Annunciata"
(1944), het historische "Ossewagens op de kim", dat handelt
over de grote historische trek van de Afrikaanse boeren in
1836-37, en "Harshof" (1956). Zijn meeste romans getuigen
van een levendige inbeelding en hebben een romantische
inslag.
Albe schreef ook verscheidene toneelwerken.
Onder de naam "Kapitein Zeldenthuis" werden een reeks
avontuurlijke en geschiedkundige verhalen voor de jeugd
gepubliceerd (1944-1966).
Hij schreef ook onder de pseudoniemen O.D. Decanus, Piet
Punt en Robin Rhode.
"Annunciata" werd bekroond met de Gottmerprijs, "Ossewagens
op de kim" met de prijs van de Bestendige Deputatie van de
provincie Antwerpen.
Albe stierf te Brussel op 10 oktober 1973..
Bibliografie:
* Toen Fonske en Mitke de hemel bezochten (jeugdtoneel,
1929)
* Praeludium (poëzie, 1930)
* Toen de H. Petrus afstemde op... (jeugdtoneel, 1931)
* Paradijsvogel (poëzie, 1931)
* Kwakske in ballingschap (toneel, 1939)
* Cherubijn en mens (poëzie, 1932)
* De Pathé-baby van Mukunda (jeugdtoneel, 1932)
* De poëet (proza, 1933)
* Het simpel monikske (jeugdtoneel, 1933)
* Salto mortale (toneel, 1934)
* Het debat der klowns Feber en Faber (toneel, 1934)
* Bloem en vrucht (poëzie, 1937)
* Den doodskop en zijn mama (proza, 1937)
* Ivoren toren (poëzie, 1938)
* Van adelijken bloede (poëzie, 1940)
* Jezus, mijn vriend (kindergedichten, 1941)
* Miniaturen (proza, 1942)
* Mijn weerbeeld (poëzie, 1942)
* Vlaanderen, mijn land (poëzie, 1942)
* Het gelaat (verhaal, in "Bloei", 1942)
* Het lelijke eendje (kindergedichten, 1943)
* De stem van Rama (poëzie, 1943)
* Toen Fonske en Mitke de hemel bezochten ( jeugdverhaal,
1944)
* En zij spitsten de oortjes (jeugdverhaal, 1944)
* Annunciata (proza, 1944)
* Uit eigen buurschap (proza, 1944)
* 't Spatske (jeugdverhaal, 1946)
* Ossewagens op de kim (proza, 1946)
* Groenendaalse clausuren (poëzie, 1947)
* Vanden Rike der Ghelieve (poëzie, 1947)
* In de Kempen trompt de hoorn (proza, 1948)
* Een parelvisser bij Neptunus (jeugdverhaal, 1948)
* Reinaard de Vos (poëzie, 1948) (onder pseudoniem Piet
Punt)
* Kersthallel (poëzie, 1950)
* Orpheus (proza, 1950)
* De spin en ik (proza, 1952)
* Van zaad tot bloei (pôëzie, 1952)
* Uit de doopvont van meester Verdonck (proza, 1953)
* Scheppingsgedicht (poëzie, 1953)
* Ornella (proza, 1953)
* Eugracia Maria Alcaraz (proza, 1953)
* Dietse filomelen (poëzie, 1953)
* Verborgen roos (poëzie, 1954)
* Aurita (proza, 1954)
* De jongen van de zee (1954)
* Morgenster (poëzie, 1955)
* Wonder van het Hageland (poëzie, 1955)
* Maria Koningin (poëzie, 1955)
* Het tijdloze verbond (poëzie, 1955)
* Goyescas (poëzie, 1955)
* Harshof (proza, 1956)
* Tussen sol en sombra (proza, 1956)
* De honingvogel (jeugdtoneel, 1956)
* De gevlekte paardjes (jeugdverhaal, 1956)
* Naar de tuinen der Hesperiden (proza, 1957)
* Vertellingen uit rijmland (kindergedichten, 1957)
* Dagboek van een brankardier (poëzie + proza, 1957)
* De kinkhoren (jeugdverhaal, 1957)
* De zilveren kerstboom (jeugdverhaal, 1957)
* Tussen sol en sombra (jeugdverhaal, 1957)
* De vleermuis (toneel, 1957)
* Zonsverduistering (jeugdtoneel, 1957)
* Doremifasollasido (jeugdtoneel, 1957)
* De roos en de doorn (jeugdtoneel, 1957)
* De wedloop (toneel, 1957)
* De fabel van Pipetta (toneel, 1957)
* De avonturen van Kapitein Zeldenthuis (reeks
jeugdverhalen, 1944-1966)
* Paian voor Apollo (poëzie, 1958)
* De drie vroege koningen (toneel, 1958)
* Magnificat (poëzie, 1958)
* Madamisela (luisterspel, 1958)
* Getijden der blijdschap (poëzie, 1959)
* Dichters van deze tijd en van alle tijden (essay, 1959)
* Handen van Jacobs (toneel, 1960)
* Annunciata (toneelbewerking, 1960)
* Moeders winnen oorlogen (przoa, 1960)
* Dichters van alle tijden (essay, 1960)
* Frederico Garcia Lorca (essay, 1960)
* De arkvaarders (proza, 1961)
* Gedichten (poëzie, 1962)
* Kinderen van de Parnas (kindergedichten, 1962)
*Juan Ramon Jiminez (essay, 1962)
* De UNO der klapeksters (jeugdtoneel, 1962)
* Miniaturen van Sint-Maria-Oudenhoven (proza, 1962)
* Seizoenen om Orpheus (poëzie, 1964)
* Scenische bewerkingen (toneel, 1964)
* Giuseppe Ungaretti (essay, 1964)
* Andalusisch dagboek (essay, 1964)
* Een nacht in Epidaurus (proza, 1964)
* Omnibus van de Zuiderzon (proza, 1964)
* Te gast bij goden en mensen (proza, 1965)
* Droomgezicht in Epidaurus (proza, 1966)
* Midzomerse miniaturen (poëzie, 1967)
* De jonge Odysseus (jeugdverhaal, 1967)
* Diafragma (poëzie, 1970)
* De lokroep der Cycladen (jeugdverhaal, 1970)
* De zeilvogel Ikaros (jeugdverhaal, 1970)
* Het eiland van Ariadne (jeugdverhaal, 1970)
* De Siciliaanse nimbus (proza, 1971)
* Verzamelde gedichten (poëzie, 1977)